Lateralisatie van de hersenen: functie, taken, rol en ziekten

Hersenen lateralisatie verwijst naar de structurele en functionele verschillen tussen de hemisferen van de grote hersenen​ Functionele verschillen kristalliseren een dominantie van de linkerhersenhelft in taalprocessen. In jeugd hersenen laesies, de hemisferen compenseren de schade volledig.

Wat is lateralisatie van de hersenen?

Hersenen lateralisatie verwijst naar de structurele en functionele verschillen tussen de hemisferen van de grote hersenen. De grote hersenen heeft twee verschillende helften. Deze zogenaamde hersenhelften worden gescheiden door de fissura longitudinalis cerebri en verbonden door een dik zenuwkoord, het corpus callosum genaamd. Functioneel gezien zijn de twee hersenhelften niet identiek qua structuur. De verdeling van processen tussen de linker- en rechterhersenhelft wordt beschreven met de medische term 'lateralisatie' en komt daarmee overeen met een neuroanatomische ongelijkheid in de specialisatie van de hersenhelften. De hersenen van hogere organismen zijn meestal bilateraal symmetrisch. Hoewel de symmetrie wijst op een vergelijkbare structuur, hebben observaties en experimenten lang geleden de ruimtelijke specialisatie van hersenfuncties aan het licht gebracht. Gedeeltelijke functies worden bij voorkeur uitgevoerd in een van de hersenhelften. De structurele verschillen tussen de hersenhelften worden anatomische asymmetrieën genoemd en manifesteren zich bijvoorbeeld in verschillende volumes of met verwijzing naar de lengte, diepte of vorm van de hersengroeven. De hemisferen verschillen ook wat betreft het voorkomen van bepaalde celtypen en de onderlinge verbondenheid van de cellen. Belangrijke asymmetrieën betreffen bijvoorbeeld de Sylviaanse groef, de Heschl's gyrus, het planum temporale en de sulcus centralis. De Sylvian-groef is bijvoorbeeld uitgebreider in de linkerhersenhelft, dus vooral bij rechtshandigen. De linkerhersenhelft heeft de neiging om een ​​groter totaalgewicht te hebben, een groter aandeel grijze stof, een grotere inferieure temporale kwab en een grotere nucleus lateralis posterieur in de thalamus.

Functie en taak

Naast de structurele asymmetrieën van de linker en rechter hersenhelften, vertonen de twee hersenhelften ook functionele verschillen. De materialisatie van de hersenen komt overeen met zowel structurele als functionele verschillen. Vroege studies in functionele specialisatie komen voornamelijk overeen met neurologische of neuropsychologische studies van hersenletsel die een effect op cognitieve vaardigheden laten zien. In deze studies werden bijvoorbeeld patiënten met laesies van verschillende hemisferen vergeleken en werd functionele lateralisatie afgeleid door het principe van dubbele dissociatie. In de jaren zestig vonden ook experimentele studies van functionele lateralisatie plaats met behulp van epilepsie patiënten bij wie de verbinding tussen de twee hersenhelften was verwijderd. Dankzij technologische vooruitgang, beeldvormingstechnieken zoals MRI (MRI) kan nu ook worden gebruikt om functionele lateralisatie te bestuderen. Tot dusverre hebben studies over cognitieve vaardigheden een functionele asymmetrie van de hersenhelften voor bijvoorbeeld spraakproductie aangetoond. In deze context is er praten van een dominantie van de linker hersenhelft in taalprocessen, wat is aangetoond bij 95 procent van de rechtshandigen en 70 procent van de linkshandigen. Onderzoek heeft aangetoond dat prikkelverwerking in de rechterhersenhelft geen spraakuitdrukking mogelijk maakt. De linkerhersenhelft wordt ook beschouwd als de dominante hemisfeer bij woordherkenning en wiskundige bewerkingen. De geneeskunde neemt een dominantie van de rechterhersenhelft aan, bijvoorbeeld bij gezichtsherkenning en ruimtelijke waarneming. Annett beschreef de zogenaamde right-shift-theorie voor de lateralisatie van de hersenhelften, die de taaldominantie van de linkerhersenhelft aan slechts één enkele hersenhelft toeschrijft. gen​ Volgens Annett gaat een extreem uitgesproken dominantie van een enkele hemisfeer gepaard met nadelen in cognitieve en ook motorische prestaties. Annett's right-shift-theorie blijft controversieel in hedendaags onderzoek, omdat onderzoekers zoals Crow geen verband hebben kunnen vinden tussen extreme hemisfeer dominantie en cognitieve of motorische stoornissen.

Ziekten en kwalen

Lateralisatie van de hersenen is vooral prominent wanneer een enkele hersenhelft beschadigd is. Als de linker hersenhelft bijvoorbeeld wordt aangetast door een herseninfarct gerelateerd of ontsteking-gerelateerde laesie, spraakproblemen kunnen het gevolg zijn. Woordherkenningsstoornissen kunnen ook het gevolg zijn van een dergelijke laesie. Afhankelijk van de omvang van de schade, logopedie maatregelen kan de symptomen verlichten. Als daarentegen de rechterhersenhelft door een laesie in zijn functie is aangetast, zijn desoriëntatie en een verstoord ruimtegevoel veelvoorkomende symptomen. Vanuit neurologisch oogpunt wordt dergelijke schade vooral interessant als de lateralisatie van de hersenen op het moment van de schade nog niet volledig is voltooid. De lateralisatie van de hersenen is pas in de puberteit voltooid en wordt daarna als moeilijk te veranderen beschouwd. Wanneer kinderen bijvoorbeeld door een ongeval of andere oorzaak schade aan de linker hersenhelft ervaren, kan de onvoltooide lateralisatie een groot voordeel worden. Er is bijvoorbeeld gevonden dat kinderen in het algemeen geen spraakproblemen ervaren op volwassen leeftijd, ondanks een laesie in de linkerhersenhelft. Voordat de lateralisatie is voltooid, zijn de hersenen blijkbaar in staat de schade volledig te compenseren. Dus in het geval van afasische schade in het spraakcentrum van de hersenen, neemt de onbeschadigde rechterhersenhelft blijkbaar de spraakfuncties van de linkerhersenhelft volledig over. Hetzelfde kan gelden voor schade aan de rechterhersenhelft, die eigenlijk gepaard zou moeten gaan met een verminderd ruimtelijk inzicht. Na voltooiing van de lateralisatie is een volledige overdracht van functies tussen de linker- en rechterhersenhelft niet meer mogelijk. Het vergoeden van de schade is daardoor veel moeilijker en gaat daarom vaak gepaard met blijvende schade.