Kiespijn onder een kroon

Definitie

Als de tandarts spreekt van "kiespijn onder een kroon ”, bedoelt hij pijn onder een eerder kunstmatig gemaakt tand kroon, bijv. onder een gouden kroon. De kiespijn treedt meestal plotseling en heftig op en gaat meestal gepaard met kloppen en een sterke gevoeligheid voor druk. Het maakt niet uit of de kunstkroon recent is gemaakt of jaren geleden is ingebracht. Deze symptomen kunnen op elk moment optreden.

Oorzaken

Pijn onder een kroon wordt veroorzaakt door verschillende factoren. De belangrijkste en meest voorkomende is de ontsteking van de tandwortel. Het kan afkomstig zijn van het parodontium van de tand of van bacteriën die in het wortelkanaal blijven na a wortelkanaalbehandeling.

Een herhaling van een worteltopontsteking treedt meestal op wanneer het lichaam een ​​verminderd afweersysteem heeft, zoals in het geval van verkoudheid. De ontsteking kan snel voortschrijden en veroorzaken pus te vormen. Het resultaat is pijnlijk abces dat kan zich over het geheel verspreiden hoofd en kaakgebied.

Voorts cariës is ook verantwoordelijk voor pijn onder een kroon. Het heet secundair cariës vormt zich hier en vaak aan de rand van de kroon als de kunstkroon niet precies past, als er een spleet is of als de originele cariës niet goed is verwijderd. Het wordt gediagnosticeerd door de kroonranden te scannen met speciale instrumenten (haaksonde).

An röntgenstraal geeft vaak niet de gewenste informatie weer omdat de cariës wordt bedekt door het metaal of keramiek van het kunstmatige tand kroon. Bij een nieuw gemaakte kroon is er kans op een voorbereidingstrauma. In dit geval is de tandzenuw door het slijpen (“boren”) zodanig geïrriteerd dat deze ontstoken raakt en pijn onder de kruin veroorzaakt.

Diagnose

Een diagnose van kiespijn onder een kroon kan alleen worden gemaakt door een tandarts. Na het patiëntgesprek volgt het onderzoek van de pijnlijke tand. Eerst worden de tanden geïnspecteerd met een spiegel en sonde.

Vooral de overgangsgebieden tussen natuurlijke tand en kunstkroon worden grondig gescand met de haaksonde. Zachte tandsubstantie en openingen duiden op secundaire cariës. De tandarts voert vervolgens een gevoeligheidstest uit met een koud absorberende wattenbolletje.

Als de patiënt het koud heeft, kan worden aangenomen dat de tand nog leeft. Als deze test negatief is, dwz de koude-stimulus wordt niet geregistreerd door de patiënt, kan dit te wijten zijn aan de dikte van het kruinmateriaal en is dit niet noodzakelijk een indicatie van een dode tandzenuw. Dit wordt gevolgd door een percussietest.

Om erachter te komen of de aangetaste tand meer pijn doet dan de omringende tanden, wordt er voorzichtig op getikt met een instrument. Een verhoogde pijnbeleving in vergelijking met de omringende tanden is een aanwijzing voor een ontsteking van de worteltop. Voordat de tandarts met de behandeling begint, dient een röntgenstraal wordt genomen om de diagnose te bevestigen. Als de afbeelding een zwart gebied rond de pijnlijke tand laat zien, is het een botschade, wat ook duidt op een ontsteking van de worteltop.