Kalium: toevoersituatie

In de Nationale Voedingsenquête II (NVS II, 2008) is voor Duitsland het voedingsgedrag van de bevolking onderzocht en is aangetoond hoe dit de gemiddelde dagelijkse nutriëntenopname met macro- en micronutriënten (vitale stoffen) beïnvloedt.

De innameadviezen (DA-CH-referentiewaarden) van de Duitse Voedingsvereniging (DGE) worden gebruikt als basis voor de beoordeling van de toevoer van voedingsstoffen. Een vergelijking van de nutriëntenopname bepaald in de NVS II met de aanbevelingen van de DGE laat zien voor welke micronutriënten (vitale stoffen) er in Duitsland vaker onderaanbod is.

Voor kaliumzijn de referentiewaarden in 2016 herzien door de Duitse Voedingsvereniging (DGE). Nu wordt een geschatte waarde gegeven voor een adequate kalium inname voor vrouwen en mannen, terwijl het voorheen een geschatte waarde was voor een minimale inname.

Met betrekking tot de aanbodsituatie kan worden gesteld:

  • In totaal bereikt 56% van de mannen en 77% van de vrouwen in de leeftijd van 35-50 jaar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid niet kalium.
  • De slechtst geleverde mannen (35-50 jaar) missen 1,806 mg kalium. Dit komt neer op een dagelijks tekort van 45% van de aanbevolen inname.
  • De slechtst geleverde vrouwen (35-50 jaar) hebben een tekort aan 2,130 mg kalium. Dit komt overeen met een dagelijks tekort van 53% van de aanbevolen inname.
  • Zwangere vrouwen hebben geen extra kalium nodig in vergelijking met hun niet-zwangere leeftijdsgenoten. Ze hebben dus te maken met dezelfde tekorten. Dienovereenkomstig hebben de slechtst bevoorrade zwangere vrouwen een tekort aan 2,130 mg kalium per dag.
  • Borstvoeding in vergelijking met leeftijdsgenoten die geen borstvoeding geven, heeft een 400 mg hogere behoefte aan kalium, namelijk 4,400 mg kalium per dag. De slechtst geleverde vrouwen die borstvoeding geven (in de leeftijd van 25-34 jaar) hebben een tekort aan 2,597 mg kalium. Dit komt overeen met een dagelijks tekort van 59% van de aanbevolen inname.

Aangezien de innameadviezen van de DGE gebaseerd zijn op de behoeften van gezonde mensen en mensen met een normaal gewicht, kan een individuele aanvullende behoefte (bijv. Door te eten, consumptie van stimulerende middelen, langdurige medicatie, etc.) hoger zijn dan de innameadviezen van de DGE.