Interacties met andere medicijnen | Paracodin®

Interacties met andere geneesmiddelen

Dihydrocodeïne is een medicijn dat centraal werkt zenuwstelsel, dus het kan een wisselwerking hebben met andere stoffen die in de hersenen en spinal cord. Als dihydrocodeïne gelijktijdig wordt ingenomen met centraal depressieve medicijnen zoals sedativa, slaappillen or psychotrope geneesmiddelenwordt het ademhalingsdepressieve en kalmerende effect van dehydrocodeïne versterkt. Dezelfde effecten kunnen worden bereikt door te nemen antihistaminica en anihypertensiva gecombineerd met dihydrocodeïne.

Dihydrocodeïne mag ook niet worden gecombineerd met tricyclische antidepressiva, omdat het de ademhaling verhoogt Depressie. Over het algemeen mag de opioïde ook niet worden gecombineerd met pijnstillers omdat het het effect van de pijnstillers vergroot. Een andere belangrijke interactie kan optreden wanneer dihydrocodeïne en MAO-remmers worden samen genomen. In dit geval hoog koorts, agitatie en veranderingen in ademhaling en circulatie kan optreden. Ten slotte mag tijdens de behandeling met dihydrocodeïne geen alcohol worden geconsumeerd, aangezien deze combinatie de psychomotorische activiteit vermindert.

Symptomen van vergiftiging

De symptomen zijn erg breed. De belangrijkste is uitgesproken ademhaling Depressie. De luchtwegen Depressie kan veroorzaken cyanose, hypoxie en koude huid.

Verder treft de vergiftiging (intoxicatie) verschillende orgaansystemen. Het vasthouden van urine en ontlasting treedt op, braken is mogelijk. EEN coma kan ook voorkomen bij stijve pupillen, in dit geval met miosis (vernauwing van de pupillen).

Bovendien kan er sprake zijn van tonusverlies van de skeletspieren, soms met non-respons op refelex-inducerende stimuli (areflexie). Een druppel binnen bloed druk met bradycardie (langzamere hartslag) is ook mogelijk. Verder krampen kan gebeuren.