Interacties met andere medicijnen | Hormoonpreparaten

Interacties met andere geneesmiddelen

De interacties bij hormoontherapieën variëren ook sterk, afhankelijk van de voorbereiding. Veel hormonen worden omgezet door de lever en kunnen daarom hun effect verliezen als antibiotica of andere medicijnen worden ingenomen. Dit is bijvoorbeeld een risico voor de anticonceptieveiligheid bij het gebruik van de pil. Sommige hormoontherapieën kunnen ook het effect van andere geneesmiddelen versterken of verzwakken en zo tot vergiftiging leiden. Of de individuele medicatie al dan niet wordt verdragen, moet worden besproken met de behandelend arts.

Onverenigbaarheid van hormoonpreparaten

Hormoontherapie mag niet worden gebruikt als er een intolerantie is voor componenten van de preparaten. Belangrijke hormoontherapieën, bijvoorbeeld als onderdeel van kanker therapieën, kunnen ook worden gebruikt in geval van ernstige risico's. Preparaten zoals de pil moeten echter strenger worden behandeld, omdat er alternatieven zijn.

Bijvoorbeeld te zwaar vrouwen met bloed-stollingsstoornissen en rokers hoeven de pil niet noodzakelijkerwijs te gebruiken, aangezien de kans op trombose toeneemt. Oestrogeenpreparaten mogen niet worden gebruikt bij borstvoeding of eierstokkanker is bekend, omdat dit de tumorgroei kan verhogen. Sommige hormoontherapieën, zoals insuline voor type 1 diabetici, hebben geen alternatief, zelfs niet als er intoleranties zijn.

Hormoonpreparaten en alcohol - is dat mogelijk?

met de anticonceptiepil er zijn tal van alternatieve methoden voor anticonceptiemiddel die niet nodig hebben hormonen helemaal. Deze omvatten condooms, koperen spiralen en vele andere mogelijkheden. Bij overgangsklachten helpen natuurlijke preparaten vaak ook.

Hormoontherapieën voor kanker zijn niet altijd succesvol en alternatieven zijn onder meer straling, chemotherapie en chirurgie. Sommige hormoontherapieën zijn echter zonder alternatief. Waaronder insuline voor type 1 suikerziekte en schildklier hormonen na volledige verwijdering van de schildklier.

Inname tijdens dracht en lactatie

Gedurende zwangerschap en borstvoeding, moeten alle medicijnen met de nodige voorzichtigheid worden toegediend. Geslachtshormonen kunnen een directe invloed hebben op het behoud van een zwangerschap. Veel hormonen kunnen in beide placenta en moedermelken vormt dus een gevaar voor het kind.

Sommige hormonen kunnen ook de melkstroom stoppen en zo borstvoeding onmogelijk maken. Hormonen, zoals schildklierpreparaten en insuline, hebben geen alternatief in zwangerschap. Bij deze kinderen moet direct na de geboorte worden gecontroleerd of verdere stappen nodig zijn.