2e orde laboratoriumparameters - afhankelijk van de resultaten van de medische geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking
- FSH [Klinefelter-syndroom: ↑↑↑]
- LH [Klinefelter-syndroom: verhoogde LH-spiegels correleren met verlaagd testosteron; deze bleven echter vaak verhoogd, zelfs nadat de testosteronniveaus waren genormaliseerd]
- Somatotroop hormoon (STH) (synoniemen: somatotropine; Engels somatotroop hormoon; HGH of hGH (menselijk groeihormoon), GH (groeihormoon), groeihormoon) - bij vermoedelijke acromegalie [serum GH ↑; de GH-concentratie is gewoonlijk fundamenteel verhoogd; echter, aangezien GH episodisch wordt uitgescheiden, is de betekenis van een enkele waarde zeer beperkt]
- Serum IGF-I (insuline-achtige groeifactor-I; somatomedine) - als acromegalie wordt vermoed [serum IGF-I: ↑]
- Schildklierparameters - TSH, fT3, fT4.
- Testosteron (bepaling in de ochtend) [Klinefelter-syndroom: normaal of ↓]
- Chromosoomanalyse (karyotype bepaling) - als syndroom van Klinefelter wordt vermoed.