Welke tests zijn beschikbaar om gedragsafwijkingen op te sporen? | Gedragsproblemen bij kinderen

Welke tests zijn beschikbaar om gedragsafwijkingen op te sporen?

Opvallend gedrag is moeilijk te definiëren. Het spectrum begint met kleine afwijkingen van de norm en eindigt kort voor manifeste psychische stoornissen. Omdat zelfs de definitie van gedragsmatige opvallendheid moeilijk is, is de bijbehorende diagnostiek en toetsing ook niet eenvoudiger.

Omdat het geen gedefinieerd ziektebeeld is, maar eerder een veelheid aan verschillende manifestaties met en zonder een ziektewaarde, kan er geen test zijn die elk probleemgedrag op unieke wijze vastlegt. Desalniettemin zou elk kind met een vermoedelijke gedragsafwijking moeten worden getest, aangezien er nu redelijk goede testprocedures zijn voor de meest voorkomende gedragsafwijkingen. Deze omvatten bijvoorbeeld screening op gedragsproblemen op scholen (SVS), een vragenlijst voor leraren die onderscheid maakt tussen agressief gedrag, hyperactiviteit, internaliserende stoornissen en problemen met vaardigheden of middelengebruik.

De CBCL (Child Behavior Check List), die emotionele en gedragsproblemen registreert, bestaat al lang en kan ook worden gebruikt voor jongere kinderen. De Vineland Weegschalen richten zich meer op de intellectuele capaciteiten van het kind en worden gebruikt voor gedragsobservatie. Er zijn veel andere vergelijkbare tests gebaseerd op dit principe van de symptoomschaal, die naar goeddunken van de therapeut kunnen worden gebruikt.

Dus als het kind een van deze typische gedragsstoornissen vertoont, worden deze relatief betrouwbaar gedetecteerd. Bij slechts geringe of atypische afwijkingen bereiken deze procedures echter hun grenzen. Veel van de andere tests die bovendien bij de getroffen kinderen worden uitgevoerd, dienen om andere oorzaken uit te sluiten, zoals ADHD or geestesziekte, en om het huidige psychologische welzijn inclusief intellectuele capaciteiten vast te leggen.

Vooral in het geval van ADHD, die door velen wordt beschouwd als een gedragsstoornis, is differentiatie belangrijk, aangezien deze aandoening heel anders (en met medicatie) wordt behandeld. Ook het bepalen van de psychologische ontwikkeling maakt deel uit van de diagnose. Op basis van de resultaten van deze tests, een gedetailleerde anamnese en een fysiek onderzoekkan de behandelende arts of therapeut vervolgens de aanwezigheid van een gedragsstoornis vaststellen of nader onderzoek laten uitvoeren.