Hoe wordt een PNDS gediagnosticeerd? | Postnasaal infuussyndroom

Hoe wordt een PNDS gediagnosticeerd?

De arts (bij voorkeur een KNO-arts) stelt een postnasaal infuussyndroom naast de patiënt medische geschiedenis door middel van een neus endoscopie (neusholte endoscopie). Om dit te doen, steekt hij of zij een endoscoop met een lichtbron in de neus-, onderzoekt de slijmvliezen en zoekt naar oorzaken van verstopte neus. De keel van de patiënt wordt vervolgens geïnspecteerd om te zien of er overmatige slijmstroom is.

Deze onderzoeken zijn meestal voldoende om PNDS te diagnosticeren en de onderliggende ziekte te bepalen. In zeldzame gevallen, wanneer er geen oorzaak voor PNDS kan worden gevonden, kan de arts een CT of MRI van de hoofd. Met deze beeldvormingsprocedures kunnen de keelholte en neusbijholten kan beter worden ingeschat en mogelijke oorzaken kunnen worden vastgesteld. Bij vermoeden van een allergische gebeurtenis stelt de arts een allergiediagnose in (huidtest, laboratoriumtest of provocatietest).