Opslag- en geheugenprestaties | Vroegtijdige opsporing van een dyscalculie

Opslag- en geheugenprestaties

De waarschijnlijk meest bekende differentiatie van geheugen formulieren is het onderscheid tussen korte- en langetermijngeheugen. Recent onderzoek heeft geleid tot een verdere ontwikkeling van de termen, en in sommige gevallen tot een nieuwe definitie. Tegenwoordig maakt men onderscheid tussen werken geheugen, waaronder ultra-korte termijn geheugen, (= nieuw geheugen) en kortetermijngeheugen, waarin informatie een paar seconden wordt opgeslagen.

Beide vormen zijn niet te onderschatten op wiskundig gebied. Speciaal voor het kort bewaren van tussenresultaten, geheugen aantallen, overdrachten etc. het korte-termijngeheugen is van enorm belang.

De mogelijkheden van het kortetermijngeheugen worden in de loop van de jaren bij het kind uitgebreid, omdat ze aanzienlijk minder zijn dan de capaciteiten van een volwassene. Met betrekking tot het “werkgeheugen” kan het werkgeheugen in twee delen worden opgedeeld: een deel is verantwoordelijk voor de verwerking van taalkundige informatie, terwijl beelden en ideeën worden opgenomen in de zogenaamde visueel-ruimtelijke subgroepering. Bij het oplossen van wiskundige taken is het korte-termijn- of werkgeheugen van enorm belang, aangezien de vereisten van aangeleerde rekenstructuren meestal tussentijdse opslag in de computer vereisen. hersenenTerwijl de structuren voor de oplossing worden geïnternaliseerd, verdiept en als een structuur in het langetermijngeheugen zijn gebonden, stelt elke oplossing van een taak dus hoge eisen aan het werkgeheugen en het concentratievermogen, wat in feite een vorm van opslag mogelijk in de eerste plaats.

Er zijn verschillende factoren, zoals (jeugd) faalangst, wat een blokkering van de geheugenfunctie kan veroorzaken. Langetermijngeheugen bestaat ook uit verschillende componenten:

  • Werkgeheugen
  • En de
  • Lange termijn geheugen.
  • Het declaratieve geheugen, waarin voornamelijk informatie wordt opgeslagen die wordt beïnvloed door de eigen gevoelens en ervaringen. Het is verdeeld in de
  • Het semantische geheugen, om feiten (woordenschat) op te slaan en het episodische geheugen, om dingen op te slaan die voor jou belangrijk zijn (wat droeg ik gisteren?).
  • Het procedurele geheugen, dat routinematig voorkomende procedures opslaat. Procedureel geheugen is daarom van bijzonder belang voor het wiskundeonderwijs, aangezien velen toepassingsgebieden en algoritmen (het schrijven van getallen, rekenkundige procedures, schriftelijke rekenkundige procedures) worden geautomatiseerd en, eenmaal begrepen, worden ze routinematig toegepast en uitgevoerd.