Hoe verschillen virussen in hun structuur? | De structuur van virussen

Hoe verschillen virussen in hun structuur?

De vele virussen kunnen op basis van hun structuur in verschillende groepen worden verdeeld. Een belangrijk criterium voor classificatie is het type nucleïnezuur. Sommige virussen coderen hun genoom met behulp van DNA, anderen gebruiken hiervoor RNA.

Met betrekking tot het genoom kunnen verdere classificatiecriteria worden bepaald. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enkelstrengs en dubbelstrengs nucleïnezuren. Bovendien kan het in het virus recht (lineair) of cirkelvormig (circulair) zijn.

Het genetisch materiaal van een virus hoeft niet per se in zijn geheel aanwezig te zijn, maar kan ook in fragmenten worden opgedeeld. In dit geval spreekt men van een virus met een gesegmenteerd nucleïnezuur. Naast DNA en RNA virussen, zijn er virussen die een reverse transcriptase gebruiken.

Dit enzym is zo bijzonder dat dergelijke virussen weer als een aparte groep worden opgevat. Deze virussen zijn in staat om hun RNA om te zetten in DNA en het te integreren in het DNA van de gastheercel. De capside, dat wil zeggen de envelop van het genoom van structurele eiwitten, kan ook in verschillende vormen aanwezig zijn.

Deze variëren van een spiraalvorm tot een kubische structuur tot een icosaëder omhulsel van het nucleïnezuur. Een ander en opvallend onderscheidend kenmerk van virussen is de aan- of afwezigheid van een vettenvelop (lipidenvelop). Deze omringt de nucleocapside, zodat er sprake is van omhulde of naakte virussen. Bekende virussen die een vetbedekking hebben zijn bijvoorbeeld de herpes virus en het HI-virus.

De structuur van bekende virussen

Het HI-virus (“HIV”, Human Immunodeficiency Virus) behoort tot de retrovirussen en kan worden geclassificeerd als een lentivirus. Het HI-Virus is ongeveer 100 nm groot en behoort daarmee tot de grotere virussen. Het genoom van het HI-virus bestaat uit twee enkelstrengs RNA's, die door reverse transcriptase in DNA kunnen worden getranscribeerd.

Binnen de capside bevindt zich zowel intergrass als RNA, de reverse transcriptases. Met behulp hiervan enzymenkan de genetische informatie die in DNA wordt getranscribeerd, in het DNA van de gastheercel worden opgenomen en zo door het organisme worden verspreid. Bovendien worden proteasen die betrokken zijn bij de vorming van nieuwe infectieuze virussen overal in het virus aangetroffen.

Vanwege de aanwezigheid van een dubbele lipidelaag is het een omhuld virus. Diverse oppervlakte eiwitten zijn ingebed in deze vetomslag. Bovendien zijn onder de elektronenmicroscoop ongeveer 10 tot 15 projecties per HI-virus te zien die uit de vetomhulling steken.

Deze zogenaamde spikes zijn eiwitcomplexen die een belangrijke rol spelen binnen het infectiepad. Met behulp van de spikes herkent het HI-virus de doelcellen die alle CD4-receptoren vormen. De doelwitcellen van het HIV-virus omvatten met name T-helpercellen (een deel van de verworven immuunsysteem), wat het immuunsysteem van de geïnfecteerde patiënt verzwakt.

De invloed virus kan de "echte" veroorzaken griep (invloed), die veel sterkere symptomen heeft dan de verkoudheid. Er zijn verschillende soorten invloed virus, die qua structuur verschillen in kleine details. Alle influenzavirussen hebben echter dezelfde basisstructuur.

Het griepvirus

  • Is ongeveer 100 nm groot,
  • Behoort tot de RNA-virussen,
  • Heeft acht enkelstrengs RNA-strengen als genetisch materiaal, die vaak als fragmenten aanwezig zijn,
  • Is omgeven door een vette envelop, zodat men spreekt van een omhuld RNA-virus en
  • Bevat verschillende enzymen, zoals het RNA-polymerasecomplex (verantwoordelijk voor de amplificatie van het genetisch materiaal)

De mazelen virus is de trigger van de jeugd ziekte mazelen. Deze ziekteverwekker treft alleen mensen, zodat de enige infectiebron een zieke is. De mazelen virus is een groot virus met 100 tot 250 nm.

Het behoort tot de RNA-virussen en heeft een vet (lipidenvelop). Dit omhulde RNA-virus kan worden toegewezen aan de groep paramyxovirussen, die allemaal worden overgedragen via druppel infectie. Dit betekent dat de ziekteverwekker door de lucht wordt verspreid, bijvoorbeeld uitgelokt door niezen, hoesten of gewoon praten.

Infectie met het virus leidt bijna altijd tot een uitbraak van mazelen. De eenvoudigste bescherming tegen deze ziekte wordt geboden door vaccinatie in jeugd. Dit wordt vaak aangeboden als combinatievaccinatie, zodat men beschermd is tegen mazelen, rodehond en de bof tegelijkertijd.

De hepatitis B-virus is de trigger van hepatitis Been ontsteking van de lever. Deze infectieziekte is wereldwijd de meest voorkomende en kan leiden tot lever cirrose of zelfs hepatocellulair carcinoom. Het virus is een omhuld DNA-virus, waarbij het erfelijk materiaal gedeeltelijk dubbelstrengs is.

Bovendien, de hepatitis B-virus heeft, net als het HI-virus, een reverse transcriptase. Dit enzym transcribeert RNA-kopieën van het genetisch materiaal in DNA. Deze virale genetische informatie wordt vervolgens opgenomen in het DNA van de gastheercel.

Het virus bevindt zich dus nu in de geïnfecteerde lever cellen, waardoor therapie moeilijker wordt. Vandaag vaccinatie tegen hepatitis B is mogelijk en aanbevolen voor kinderen. Als de ziekte al bestaat, kunnen verschillende stoffen worden gebruikt die tegen de virussen zijn gericht (antivirale middelen). Deze behandeling brengt echter een breed scala aan bijwerkingen met zich mee.