Histologische beoordeling | Diagnose borstkanker - Hoe groot zijn mijn kansen op herstel?

Histologische indeling

Afgezien van belangrijke prognostische factoren zoals weefselvocht knooppuntbetrokkenheid en receptorstatus van de tumor, histologische beoordeling speelt ook een belangrijke rol. Onder de microscoop worden de cellen van de tumor beoordeeld uit een weefselmonster van de borst en op basis hiervan wordt de beoordeling bepaald. Tumoren waarvan de cellen sterk lijken op het oorspronkelijke weefsel, worden G1-tumoren genoemd.

Een sterke gelijkenis met gezond borstweefsel is prognostisch gunstig. Dergelijke tumoren kunnen in de laagrisicogroep worden ingedeeld als ze aan verdere gunstige criteria voldoen. Ze hebben geen bijzonder agressieve tumortherapie nodig en hebben betere overlevings- en genezingskansen.

De kans op terugval is ook lager dan bij tumoren in de hoogrisicogroep. Een G2-beoordeling betekent dat de tumor al minder gedifferentieerd is en qua structuur meer verschilt van het oorspronkelijke borstweefsel. Dergelijke tumoren zijn meestal agressiever en kwaadaardiger.

Ze worden daarom geassocieerd met een hoger risico op uitzaaiingen. Dergelijke tumoren worden ingedeeld in een groep met een hoger risico dan G1-tumoren. Een tumor met een G2-beoordeling hoeft echter niet per se geassocieerd te zijn met slechtere overlevings- en genezingskansen dan een tumor met een G1-differentiatie.

Andere factoren zoals weefselvocht knooppunt metastasen en de receptorstatus van de tumor zijn doorslaggevend. De beoordeling van borstkanker speelt onder meer een belangrijke rol in de prognose van vrouwen. Een borsttumor die G3-beoordeling krijgt, vertoont onder de microscoop slecht gedifferentieerd weefsel.

Dit betekent dat het weefsel van de tumor heel anders is dan het oorspronkelijke weefsel van de borst. G3-indeling wordt daarom als een ongunstige prognose beschouwd. De kans op genezing lijkt daarom in eerste instantie slechter te zijn dan bij een tumor met een betere beoordeling.

Dit is echter niet altijd het geval. Veel belangrijker dan het beoordelen van tumoren zijn factoren zoals respons op therapie of metastase. Tumoren die niet uitgezaaid zijn, hebben een betere prognose, zelfs bij een hogere graad dan die met een lage graad en wel gemetastaseerd zijn. Daarom kunnen de kansen op genezing niet alleen op basis van de beoordeling worden bepaald.

Hormoonafhankelijkheid verhoogt de kans op genezing

De hormoonafhankelijkheid van borstkanker kan ook bepalend zijn voor de prognose van de ziekte. Hormoonafhankelijkheid betekent dat de kanker wordt gestimuleerd om te groeien door vrouwelijk geslacht hormonen (oestrogenen). Met speciaal ontwikkelde medicijnen is het mogelijk om het effect van oestrogeen op de kanker cellen en zo voorkomen dat de ziekte voortschrijdt.

Een hormoonafhankelijkheid van borstkanker kan daarom een ​​positief effect hebben op de overlevingskans en de kans op herstel door deze verdere therapeutische optie. Bovendien vormen zich zelden hormoonafhankelijke tumoren metastasen. Het terugvalpercentage (recidiefpercentage) is echter significant hoger bij vrouwen die borsten krijgen kanker vóór de leeftijd van 35 jaar, dwz dat ze op latere leeftijd vaker borstkanker krijgen.

Hoewel hormoononafhankelijke borstkanker agressiever groeit, komen recidieven minder vaak voor als het volledig wordt verwijderd. De prognose hangt dus af van het individuele geval. Op hogere leeftijd is de prognose voor hormoonafhankelijke borstkanker echter beter dan voor hormoononafhankelijke borstkanker.