HF-chirurgie: behandeling, effect en risico's

Radiofrequente chirurgie is een chirurgische procedure voor het snijden van weefsel, coagulatie van schepen of het necrotiseren van verschillende biologische structuren. De methode heeft veel voordelen ten opzichte van gestandaardiseerde procedures en wordt meestal met succes toegepast bij microchirurgie en neurochirurgie, maar ook bij algemene chirurgie.

Wat is elektrochirurgie?

HF-chirurgie wordt nu in bijna alle operatiegebieden gebruikt. In veel chirurgische benodigdheden maakt deze procedure gebruik van snijden en gelijktijdig afsluiting of bloed schepen in het voordeel. Hoogfrequente chirurgie, ook wel elektrochirurgie genoemd, is een chirurgische ingreep om selectief weefsel te snijden of te beschadigen. Door wisselstroom met een hoge frequentie toe te passen, wordt de opgewekte energie omgezet in warmte. De gegenereerde warmte kan weefsel snijden en biologische structuren necrotiseren of sclerotiseren. De procedure van HF-chirurgie wordt toegepast met een hoge frequentie vanaf 300,000 hertz, vandaar de naam. Het doel van een hoge frequentie is om de zenuwbanen slechts in geringe mate te irriteren door de veelvuldige verandering in de richting van de stroming. Bij lage frequentie en de daaruit voortvloeiende kleine verandering van de stroomrichting zijn de zenuwbanen sterk geïrriteerd. Dit kan leiden naar een elektrische schokken en dus naar hartritmestoornissen of acuut hartstilstand​ Dit neuromusculaire irriterende effect wordt ook wel faradisch effect genoemd. Bij het toepassen van hoogfrequente chirurgie treedt een zogenaamd elektrolytisch effect op. Dit betekent dat er een ionische verschuiving optreedt in de overeenkomstige weefselstructuren. De wisselstroom zorgt ervoor dat de ionen in het hoogfrequente bereik met een verhoogde snelheid heen en weer bewegen, wat resulteert in oscillaties van de ionen. De chirurg profiteert van het resulterende thermische effect. Afhankelijk van de stroom dichtheid, blootstellingstijd en weerstand van het weefsel, coagulatie of weefselscheiding optreedt.

Functie, effect en doelen

Tegenwoordig wordt HF-chirurgie in bijna alle operatiegebieden gebruikt. In veel chirurgische benodigdheden maakt deze procedure gebruik van snijden en gelijktijdig afsluiting of bloed schepen in het voordeel. Op deze manier kunnen gerichte incisies worden gemaakt door weefselstructuren zonder significantie bloed verlies. De meest voorkomende toepassing is bij de behandeling van beschadigde bloedvaten, om deze door middel van zogenaamde coagulatie te sluiten en de optredende bloeding te stoppen. Bovendien worden goedaardige en kwaadaardige myomen en tumoren steeds vaker gedevitaliseerd en dus genecrotiseerd. Het toepassingsspectrum van hoogfrequente chirurgie varieert van een minimaal invasieve ingreep tot een grote coagulatie-incisie. Voor een chirurgische behandeling met HF-chirurgie is een speciaal elektrochirurgisch apparaat vereist. Deze bestaat uit een generator die de voedingsstroom omzet in hoogfrequente wisselstroom. De wisselstroom wordt vervolgens overgebracht naar een speciaal instrument met een metalen punt of een metalen tang. Deze metalen tip is niets meer dan een puntvormige actieve elektrode. Een hoogtepunt concentratie van energie wordt aldus gegenereerd bij de kleine actieve elektrode en kan het gewenste elektrochirurgische effect op de plaats van aanbrengen bereiken. Bij gebruik van een metalen tip wordt over het gehele oppervlak onder het te behandelen weefsel een zogenaamde neutrale elektrode aangebracht. Dit heeft geen thermisch effect en dient om het circuit te sluiten. Hoogfrequente chirurgie is onderverdeeld in twee applicatietechnieken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de monopolaire en de bipolaire techniek. Deze twee technieken verschillen in het pad dat de elektrische stroom neemt naar de neutrale elektrode. Bij de monopolaire techniek wordt een smalle actieve elektrode als bevestiging gebruikt; dit resulteert in een verhoogde wisselstroom concentratie en dus een verhoogd thermisch effect. De neutrale elektrode wordt over een groot gebied onder de operatieplaats aangebracht. Deze methode wordt gebruikt om weefselstructuren te snijden en te coaguleren. Ten opzichte van snijden met een scalpel heeft deze techniek als voordeel dat er geen hevige bloeding optreedt. Het omringende weefsel wordt gespaard en de verspreiding van kiemen is verhinderd. Bij de bipolaire techniek gebruikt de chirurg bipolaire elektroden. Het metalen hulpstuk is ontwikkeld als een tang en is verdeeld in twee metalen uiteinden. De Zang bestaat dus uit een actieve elektrode en een neutrale elektrode, hier is geen aparte neutrale elektrode voor nodig. Door deze metalen tips te gebruiken, staan ​​beide polen in contact met het operatiegebied. Deze techniek wordt meestal gebruikt in neurochirurgie en microchirurgie om het thermische effect te gebruiken voor coagulatie en dus de afsluiting van schepen. Bij hoogfrequente chirurgie moet er altijd rekening mee worden gehouden dat verschillende biologische structuren ook verschillende weerstandskrachten hebben. In het geval van bloed is dit bijvoorbeeld 0.16 x 10 ohmmeter, vergeleken met 3.3 x 10 ohmmeter in het geval van vetweefsel​ Om de veiligheid van de patiënt te garanderen, moet u ervoor zorgen dat de patiënt droog en geïsoleerd wordt gehouden, dat er geen contact is met een geaard apparaat en dat er geen huid contact met de arts of assistent. De chirurg moet tijdens de procedure speciale handschoenen dragen

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Als de chirurg zich houdt aan alle gespecificeerde veiligheids- en hygiënenormen tijdens het gebruik van radiofrequente chirurgie, is dit een zeer veilige chirurgische methode. Als de neutrale elektrode bijvoorbeeld wordt vergeten of onjuist is aangebracht, ernstig brandwonden kan voorkomen. De stroom wordt dan niet teruggevoerd naar de generator, maar wordt afgevoerd via de operatietafel of andere geaarde apparatuur. Als brandwonden bij de patiënt voorkomen, wordt onderscheid gemaakt tussen endogene, exogene en pseudo-brandwonden. Endogeen brandwonden optreden wanneer de huidige dichtheid in het weefsel is te hoog. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de patiënt tijdens de procedure in contact komt met geleidende en geaarde apparatuur. Exogene brandwonden zijn daarentegen het gevolg van de verbranding van vloeistoffen of gassen. Dit kan leiden tot kleine explosies en dus brandwonden. De oorzaak van deze explosies kan zijn huid ontsmettingsmiddelen of verdovende gassen. Men spreekt van een pseudo-brandwond als noch de oorzaak van een endogene noch een exogene brandwond aanwezig is. Bovendien moet worden opgemerkt dat pacemakers kunnen worden beschadigd door het gebruik van elektrochirurgie. Daarom moet hier het risico worden afgewogen en moet, indien nodig, een internist worden geraadpleegd.