Het chronische pijnsyndroom

Definitie

Het chronische pijn syndroom wordt over het algemeen als pijnlijk beschouwd voorwaarde dat duurt langer dan zes maanden. Het is belangrijk om acuut te onderscheiden pijn van chronische pijn. De acute pijn duurt slechts een korte tijd en is gekoppeld aan een pijngebeurtenis.

Acute pijn treedt bijvoorbeeld op als iemand gewond raakt, maar eindigt wanneer de wond is genezen. De chronische pijn is niet direct toe te schrijven aan een directe pijngebeurtenis. Chronische pijn heeft dus geen waarschuwende of beschermende functie zoals acute pijn.

Vaak is chronische pijn het gevolg van acute pijn, bijvoorbeeld wanneer pijn niet voldoende is behandeld. Omdat de pijn in dit geval geen directe functie heeft, wordt het chronisch pijnsyndroom als een zelfstandig ziektebeeld beschouwd. Daarnaast speelt vaak een psychologische component een doorslaggevende rol.

Chronische pijn kan het gevolg zijn van a geestesziekte, maar tegelijkertijd kan een acute, mentale pijn door een extra fysieke component in een chronische pijn veranderen. Het chronisch pijnsyndroom is geen zeldzaam ziektebeeld. Meer dan acht miljoen mensen in Duitsland lijden aan chronische pijn.

Therapie is niet gemakkelijk, omdat de pijn niet door een specifieke gebeurtenis wordt veroorzaakt. Bij acute pijn is een dergelijke gebeurtenis vaak gemakkelijk te behandelen. Patiënten die aan chronische pijn lijden, moeten daarom met veel verschillende methoden tegelijkertijd worden behandeld.

Chronische ziekte en chronische ziekte In principe kunnen vier verschillende soorten pijn worden onderscheiden die elk kunnen leiden tot een chronisch pijnsyndroom. Een oorzaak van pijn is de zogenaamde psychogene pijn. Deze pijn wordt niet veroorzaakt door lichamelijk letsel, maar door schade aan de psyche.

Dus psychische aandoeningen zoals Depressie of waanvoorstellingen en angstige verbeelding kan ook leiden tot pijn die moet worden behandeld. Neuropathische pijn is het gevolg van een verwonding of schade aan de zenuw zelf. In het menselijk lichaam, zenuwen hebben de taak om sensorische en pijnperceptie van de periferie naar de onze te leiden hersenen.

If zenuwen beschadigd zijn, is het resultaat een blijvende, sterke pijnervaring. Veelvoorkomende oorzaken van neuropathische pijn zijn virale infecties, zoals herpes zoster, of suikerziekte. Nociceptieve pijn is de pijn die we voelen als we gewond zijn.

Bij een incisie in de huid komen bijvoorbeeld stoffen vrij die de huid irriteren zenuwen en dus tot pijn leiden. Als dergelijke pijn gedurende een langere periode optreedt, worden de zenuwen overprikkeld en ontstaat er een zogenaamde pijn geheugen ontwikkelt. Dit is de basis voor het ontstaan ​​van een chronisch pijnsyndroom.

Mensen nemen ook nociceptieve pijn waar wanneer de interne organen zijn beschadigd. De laatste vorm van pijn is myofasciale pijn. Deze pijn vindt zijn oorsprong in het spierstelsel en kan bijvoorbeeld optreden bij reumatische aandoeningen.

Ongeacht de oorsprong van acute pijn, kan het altijd chronisch worden als het niet correct wordt behandeld of gehanteerd. Vaak speelt ook een psychologische component een doorslaggevende rol bij het chronisch pijnsyndroom. De ontwikkeling kan het beste worden verklaard door een voorbeeld.

Een denkbeeldige 50-jarige patiënt lijdt aan een hernia, waardoor hij pijn in zijn billen krijgt met straling in zijn benen. In de vroege stadia wordt dit een acute pijngebeurtenis genoemd. Uit koppigheid negeert hij de pijn en weigert hij naar de dokter te gaan in de hoop dat de pijn binnen een paar dagen vanzelf overgaat.

Pas na maanden verlaat de patiënt de dokter, die hem een ​​ziekmelding geeft en hem doorverwijst naar een orthopeed. In totaal verstrijkt zes maanden tot de definitieve diagnose en therapie. Dit voorbeeld toont drie verschillende manieren om chronisch pijnsyndroom te ontwikkelen.

Ten eerste is er een doorslaggevende psychologische component. Door ziekteverlof op te nemen wordt de patiënt indirect beloond voor zijn of haar pijn, want de patiënt hoeft niet alleen naar het werk. Dit vergroot zijn acceptatie van de ziekte.

Daarnaast merkt de patiënt dat hij op eigen kracht niets tegen de pijn kan doen en ontwikkelt zo een gevoel van machteloosheid. Deze psychologische houding bevordert uiteindelijk de ontwikkeling van een chronisch pijnsyndroom. Vooral mannen leven met de houding dat veel ziektebeelden verdwijnen door simpelweg door te zetten.

Ze nemen bijvoorbeeld pijnstillers veel minder vaak dan vrouwen. Dit chronische, onbehandelde pijnsyndroom leidt er echter toe dat het lichaam gewend raakt aan pijn en deze als normaal beschouwt. Ze zeggen dat het lichaam een ​​zogenaamde pijn ontwikkelt geheugen.

Dit is verantwoordelijk voor de chronificatie van pijn. Een laatste oorzaak is de fysieke en mentale fixatie op acute tot chronische pijn. Alleen al het idee pijn te hebben tijdens een bepaalde beweging kan leiden tot een perceptie van pijn in de hersenen.

Zelfs het voortdurend aannemen van een verlichtende houding kan leiden tot de ontwikkeling van een chronisch pijnsyndroom. Samenvattend: elke patiënt die langer dan een maand pijn heeft, moet een arts raadplegen om de pijn en mogelijk de oorzaak zo snel mogelijk te behandelen. De therapie van acute pijn is veel gemakkelijker en efficiënter dan die van het chronisch pijnsyndroom. Daarom moet men voorkomen dat er zich chronische pijn ontwikkelt.