Fysieke wetten bij het zwemmen

Definitie

Met fysieke wetten proberen we het individu te verbeteren en te optimaliseren zwemmen stijlen nog verder. Deze omvatten statisch drijfvermogen, hydrodynamisch drijfvermogen en de verschillende manieren van bewegen in het water. Het maakt gebruik van biomechanische principes en fysica.

Statisch drijfvermogen

Vrijwel iedereen slaagt erin om zonder drijfvermogen op het wateroppervlak te drijven. Dit schijnbare gewichtsverlies is te wijten aan het statische drijfvermogen. Als een lichaam bijvoorbeeld in het water duikt, verplaatst het een bepaalde watermassa.

Bij dit proces werkt een drijfvermogen (statisch drijfvermogen) op dit lichaam. In water is het bijvoorbeeld mogelijk om een ​​squat-zwemmer moeiteloos te laten optillen door een veel zwakker persoon. Als een lichaamsdeel van de gedragen persoon uit het water wordt getild, neemt het statische drijfvermogen af ​​en wordt het tillen moeilijker.

Diep inademing verhoogt de long volume en daarmee het totale lichaamsvolume en het statische drijfvermogen wordt vergroot. Bijvoorbeeld een drijven in suspensie ademt uit en zinkt naar de bodem. De doorslaggevende factor voor het drijfvermogen van het lichaam in water is daarom het soortelijk gewicht (dichtheid van het lichaam).

Hoe hoger de dichtheid van het lichaam, hoe meer het lichaam in het water zinkt. Atleten met zwaar botten en veel spieren hebben een hogere dichtheid en zinken veel meer, en hebben daarom nadelen wanneer zwemmen. Vrouwen hebben meer onderhuids vetweefsel dan mannen en hebben daardoor een groter statisch drijfvermogen en een betere positie in het water.

  • Het statische drijfvermogen komt overeen met de gewichtskracht die het lichaam verplaatst bij watermassa
  • De statische lift is tegengesteld aan de gewichtskracht. (omhoog)

Statisch drijfvermogen en waterpositie

De waterpositie is cruciaal voor snel en lang zwemmen. 2 fysieke aanvalspunten zijn belangrijk voor de juiste waterstand. Enerzijds het lichaamszwaartepunt (KSP) en het volume zwaartepunt (VMP).

De CSP van het menselijk lichaam bevindt zich ongeveer ter hoogte van de navel en is het aanvalspunt voor de neerwaartse gewichtskracht. De VMP is het aanvalspunt voor het statische drijfvermogen en bevindt zich ongeveer op borst hoogte vanwege de omvangrijke ribbenkast. In het water worden KSP en VMP boven elkaar geschoven.

Een balk (half polystyreen, half ijzer) ligt bijvoorbeeld niet op het wateroppervlak, maar de metalen helft zinkt en de balk staat rechtop met de polystyreenzijde naar boven. Net als bij de balk werkt dit principe met het menselijk lichaam. CSP en VMP naderen elkaar waardoor de benen zinken en het lichaam steeds verticaal in het water komt te staan.

Belangrijk! Te laag in het water hangende benen zorgen niet voor voortstuwing en verhogen de waterweerstand, dwz benen naar de oppervlakte. Om te voorkomen dat de benen wegzakken, wordt aanbevolen om te gebruiken diafragma/ buik ademhaling in plaats van borst ademhaling om de VMP zo dicht mogelijk bij de CPD te houden, en om de hoofd in het water en strek de armen ver naar voren. Dit zal resulteren in een verschuiving van de CSF hoofd richting het VMP.