Frequentieverdeling | Verloop van de ziekte van dementie

Frequentieverdeling

Dementia is een fenomeen van ouderdom en wordt steeds meer een wijdverspreide ziekte. Elke 10e Duitser die de 65 is gepasseerd, vertoont al cognitieve gebreken, wat in sommige gevallen kan leiden tot een dementie syndroom. Tussen de 65 en 70 jaar is het ziektecijfer 2%.

In de periode tussen 70 en 79 jaar loopt het percentage op tot 6%, waarbij vrouwen iets vaker worden getroffen dan mannen. Dit geslachtsspecifieke verschil wordt nog duidelijker vanaf de leeftijd van 85 jaar, wat resulteert in een algemeen ziektecijfer van 20%. In hoeverre het hoge percentage vrouwelijke patiënten verband houdt met de hogere gemiddelde leeftijd van vrouwen, is twijfelachtig.

Levensverwachting

De levensverwachting is gerelateerd aan het tijdstip van ziekte. Alzheimer-dementie, die aanwezig is bij 60% van de dementieziekten, resulteert in de dood van de patiënt binnen 10 tot 12 jaar. Het is niet de ziekte van Alzheimer die verantwoordelijk is, maar de ziekten die ermee gepaard gaan voorwaarde.

Bijvoorbeeld het risico op contractering longontsteking (longontsteking) neemt toe als de patiënt bedlegerig is. Dit kan met name de dood van ouderen tot gevolg hebben. Een voorbeeld: als iemand op 67-jarige leeftijd ziek wordt van de ziekte van Alzheimer, heeft hij of zij een waarschijnlijke levensverwachting van 77 tot 79 jaar. Hoe ouder de patiënt is op het moment van zijn of haar ziekte, des te waarschijnlijker zijn secundaire ziekten die uiteindelijk de dood van de patiënt veroorzaken.

Duur

De duur van dementie hangt altijd af van het type onderliggende ziekte. Patiënten overlijden meestal aan een bijkomende ziekte, die wordt veroorzaakt door het toenemende gebrek aan onafhankelijkheid en immobilisatie, maar ook door de hoge leeftijd van de meeste patiënten. Veel voorkomende ziekten zijn ontsteking van de longen (longontsteking) of de urinewegen en, op oudere leeftijd, hart- en vaatziekten of leeftijdsgebonden hartstilstand.

In zeldzame gevallen leidt dementie tot de dood van de getroffen persoon. Daarom varieert de duur van de ziekte afhankelijk van de onderliggende ziekte en de agressiviteit van het beloop, soms tussen de 3 en 20 jaar. Een exacte prognose is nauwelijks mogelijk, zelfs als de onderliggende ziekte bekend is.

Therapie

De behandelingsopties zijn eerder beperkt in aanwezigheid van primaire dementie met als oorzaak pathologische veranderingen in de hersenen. Tot dusverre is er geen uitzicht op genezing, maar afhankelijk van de symptomen kan medicatie worden gegeven om de belasting van patiënten en hun naasten zo laag mogelijk te houden. In die zin kunnen antidementiemedicijnen (geneesmiddelen tegen dementie) worden gebruikt zolang ze de onderliggende ziekte aangeven.

Als de dementie gepaard gaat met Depressie of als in de loop van de ziekte andere psychiatrische symptomen zoals paranoia of wanen optreden, kan hier ook verlichting worden geboden door middel van medicamenteuze behandeling (antidepressiva en antipsychotica). Aandoeningen waarin de patiënt ongewoon onrustig is of slaapstoornissen zijn ook symptomen die indien nodig met verschillende medicijnen kunnen worden verlicht. Als de dementie nog niet te ver gevorderd is, kan cognitieve training worden overwogen. Hierdoor kan de patiënt zijn of haar vaardigheden blijven oefenen en zo mogelijk langer volhouden.