Schouderlaesies: diagnostische tests

Verplicht diagnostiek van medische apparatuur.

  • Röntgenfoto van de schouder, in twee vlakken

optioneel diagnostiek van medische apparatuur - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnostische verduidelijking.

  • Echografie (ultrageluid onderzoek) van de schouder (shoulder sono).
  • Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI; computerondersteunde beeldvormingsmethode in dwarsdoorsnede (gebruikmakend van magnetische velden, dwz zonder röntgenstralen); bijzonder goed geschikt voor beeldvorming weke delen verwondingen) van de schouder - om structuren van zacht weefsel te onderzoeken (zenuwen, kraakbeen of tumoren).
  • Directe schouder MR arthrografie (schouder MR met intra-articulaire ("in de gewrichtsholte") volume administratie van een sterk verdunde MR contrastmiddel) - bijv. Bij alle vormen van instabiliteit (hier: tranen of loslaten van het anteroinferieure labrum (glenoïd) lip), met of zonder botaandoening), vermoedelijke interne botsing (schouderstrakheidssyndroom), rotator manchet integriteit, identificatie van vrije intra-articulaire gewrichtslichamen, fijne diagnose van structurele laesies zoals kraakbeen ulceraties, enz. Opmerking: Gewrichtsinfectie is een contra-indicatie (contra-indicatie) voor arthrografie.
  • Computertomografie (CT; sectionele beeldvormingsprocedure (Röntgenstraal beelden genomen vanuit verschillende richtingen met computergebaseerde evaluatie) - om botletsel van de schouder te detecteren.
  • Röntgenfoto's van aangrenzende gewrichten - om medebetrokkenheid uit te sluiten.