Diagnose | Eindpositie stuitligging

Diagnose

De gynaecoloog stelt de uiteindelijke positie van het bekken vast ultrageluid. Het is ook mogelijk dat de arts of verloskundige de positie van buitenaf kan palperen. Dat kan met de zogenaamde Leopold-grepen.

Tegen de 32e week van zwangerschap de baby had ondersteboven moeten draaien. Indien dit niet is gebeurd spreken we van een stuitligging of stuitligging. Het is echter nog steeds mogelijk dat de baby ondersteboven draait. De arts of verloskundige neemt de functie op in het kraamdossier.

Bijbehorende symptomen

Het is mogelijk dat vrouwen van wie de baby in de stuitligging ligt, andere klachten en symptomen hebben. Dit is echter niet altijd waar. Mogelijke symptomen zijn onder meer toegenomen bewegingen van het kind in de buik, zoals schoppen van de baby.

Meestal zullen de aanstaande moeders de voeten op of boven de blaas. Dit kan leiden tot een verhoogde drang om te plassen. Als de hoofd naar boven gericht is, kan het tegen de ribben van onder. Dit wordt door de moeder vaak als vervelend of zelfs pijnlijk ervaren. Indien de symptomen leiden tot een vermoeden van een bekkeneindpositie, dient de verloskundige of gynaecoloog om advies te worden gevraagd.

Draai de baby uit

Er zijn verschillende manieren om de baby te laten draaien of te laten draaien terwijl hij nog met de onderkant naar beneden ligt. Welke methode geschikt is, dient met de verloskundige of gynaecoloog te worden besproken. Vanaf de 36e week van zwangerschap daarna kan geprobeerd worden de baby van buitenaf te draaien.

De externe beurt mag echter alleen worden uitgevoerd door een ervaren verloskundige of gynaecoloog. Voordien, de grootte van de baby, de hoeveelheid vruchtwater en placenta worden onderzocht door ultrageluid. Dit is belangrijk om risico's tijdens de beurt te vermijden.

Voorafgaand aan de beurt wordt de hartslag van de baby bepaald met CTG. De buitenste bocht wordt soms omschreven als pijnlijk en kan vroegtijdige bevalling veroorzaken. De verloskundige of gynaecoloog bespreekt met u de risico's en het succes van de ingreep.

Er zijn ook alternatieve methoden om de baby ertoe te brengen om te draaien als deze in de 35e week nog niet is gedraaid zwangerschap. Deze kunnen door de moeder zelf worden uitgevoerd. Tot de 34e week van de zwangerschap kan de baby veel in de buik bewegen.

Tot die tijd hebben baby's vaak alle ruimte om zich om te draaien. Als de baby echter vanaf de 35e week van de zwangerschap de neiging heeft om meer met de billen naar beneden te gaan liggen, zijn er enkele tips en oefeningen om de baby aan het draaien te krijgen. Een mogelijkheid is de zogenaamde Indiase brug.

Hier wordt een kussen in rugligging onder de billen gelegd zodat het bekken hoger komt te liggen. Na ongeveer 10 tot 15 minuten moet de baby met een schommel over één kant opstaan. Deze oefening moet ervoor zorgen dat het kind uit het bekken glijdt en een draai maakt door op te staan.

De oefening kan twee keer per dag worden herhaald. Een andere methode uit het veld van Traditioneel Chinees Medicijn is moxing. Hiervoor is een acupunctuur naald is bevestigd aan een punt op de kleine teen.

Nu wordt hier een aangestoken moxa-sigaar tegenaan gehouden acupunctuur naald. De warmte is bedoeld om de baby te stimuleren om bepaalde paden over te slaan. Dit dient te gebeuren door een verloskundige die ervaring heeft met acupunctuur.