De knieprothese | Chirurgie voor knieartrose

De knieprothese

Als de knie artrose is zeer geavanceerd, de kraakbeen wordt zwaar gedragen en de patiënt lijdt aan ernstig pijn die niet kan worden ingeperkt door therapie, is het mogelijk om de kniegewricht geheel of gedeeltelijk veerkrachtig door middel van een knieprothese. Knieprothesen kunnen worden onderscheiden tussen een deelprothese en een volledige knieprotheseHet inbrengen van een gedeeltelijke en volledige prothese is een operatie die, net als elke andere operatie, complicaties kan veroorzaken. (zie: Complicaties van een operatie) Hierbij is naast een goed uitgevoerde operatie en vervolgbehandeling ook de constitutie van de patiënt van belang.

De leeftijd van de patiënt, algemeen voorwaarde, lichaamsgewicht, eerdere ziekten en bijbehorende ziekten kunnen het succes of mogelijke complicaties van een operatie bepalen. Trombose en een volgende long embolie kan ook een risico vormen na de operatie. Echter, trombose wordt na de operatie tegengegaan met medicatie en fysiotherapie.

Infecties, intra-articulaire verklevingen met beperkte gewrichtsmobiliteit en loslating van de prothese kunnen ook voorkomen. Om loslaten van de prothese te voorkomen, een tweejaarlijkse Röntgenstraal controle moet worden uitgevoerd na ongeveer 5-6 jaar. Al met al een knieprothese kan de kwaliteit van leven van de patiënt aanzienlijk verbeteren, zoals pijn wordt verminderd of geëlimineerd en de mobiliteit en veerkracht van het gewricht wordt verbeterd.

  • Gedeeltelijke prothesen of oppervlakteversterkingen, zogenaamde "inlays", worden gebruikt bij de knie artrose heeft de gewrichtsoppervlakken slechts gedeeltelijk beschadigd. Zo wordt slechts een klein deel van het gewricht beschadigd door de knie artrose wordt vervangen en het gezonde deel van de knie blijft behouden. Dit betekent dat het ligamenteuze apparaat gezond (collaterale ligamenten en kruisbanden) en gezond is kraakbeen en bot worden niet vervangen.

    Hierdoor voelt de beweging van de knie voor de patiënt natuurlijker aan, zelfs nadat de deelprothese is ingebracht.

  • Bij een volledige knieprothese moet het volledige gewricht worden vervangen. De volledige prothese wordt gebruikt wanneer de knie artrose is al ver gevorderd. Zo'n prothese bestaat doorgaans uit een dijbeendeel, een scheenbeendeel en een patelladeel.

    Tijdens de operatie allemaal kraakbeen en botdelen die zijn gewond of vernietigd door de knie artrose worden eerst verwijderd en daarna vervangen door de kunstgewrichtsdelen. De operatie kan worden uitgevoerd onder algehele of gedeeltelijke anesthesie. Welke vorm van anesthesie de keuze kan worden gemaakt in overleg tussen de patiënt en de anesthesioloog. Deze laatste zal de patiënt ook informeren over de risico's van de betreffende persoon anesthesie.