Chondrosarcoom-therapie

Alle informatie die hier wordt gegeven is van algemene aard, een tumortherapie hoort altijd in de handen van een ervaren oncoloog!

Therapie

Sinds chondrosarcoom reageert slechts licht op radiotherapie or chemotherapieis chirurgische verwijdering van de tumor het belangrijkste therapeutische doel. De therapeutische benadering - curatief (curatief) of palliatief (verlichtende symptomen) - hangt af van het stadium van de tumorziekte. Als er een gunstige prognose is, omdat de tumor gemakkelijk toegankelijk is, en er zijn er geen metastasenwordt een curatieve therapiebenadering gegeven.

Hier heeft levensondersteuning de hoogste prioriteit. In veel gevallen kunnen armen en benen behouden blijven, maar in geval van twijfel zal voor een meer ingrijpende chirurgische methode worden gekozen (ook als dit leidt tot beperkingen) als dit de overlevingskans kan vergroten. Als de prognose ongunstig is (ver metastasen), de tumor bevindt zich op de romp en / of de primaire tumor is niet operabel, palliatieve therapie is meestal de enige optie.

De belangrijkste focus ligt op het behouden van de kwaliteit van leven (pijn opluchting, behoud van functie). Of chirurgische therapie al dan niet wordt toegepast, hangt af van het in overweging nemen van alle beschikbare informatie, prognose, wensen van de patiënt, fysiek en mentaal voorwaarde en vele andere factoren. Niet-operatieve (adjuvante) therapie:

  • radiotherapie Chondrosarcomen zijn nauwelijks gevoelig voor straling.

Stralingstherapie dient daarom alleen in individuele gevallen te worden overwogen in geval van inoperabiliteit, resttumor en palliatieve therapie nadering. - Chemotherapie De werkzaamheid van adjuvante chemotherapie is nog niet betrouwbaar bewezen. Hoe sneller de tumor groeit, hoe eerder een effect kan worden verwacht van tumortherapie. Het wetenschappelijk bewijs van werkzaamheid is echter nog in behandeling.

Tumor nazorg

aanbevelingen:

  • In jaar 1 en 2: elke 3 maanden klinisch onderzoek, lokale röntgencontrole, laboratorium, thorax-CT, scintigrafie van het hele lichaam, elke 6 maanden lokale MRT
  • In jaar 3 tot 5: elke 6 maanden klinisch onderzoek, lokale röntgencontrole, laboratorium, thoracale CT, skeletscintigrafie van het hele lichaam, elke 12 maanden lokale MRI
  • Vanaf jaar 6: elke 12 maanden klinisch onderzoek, lokale röntgencontrole, laboratorium, röntgen thorax, in geval van twijfel skeletscintigrafie van het hele lichaam en lokale MRI

Voorspelling

De prognose hangt af van de mate van differentiatie van het fijne weefsel en de mogelijkheid van radicale chirurgie. Als de mate van differentiatie hoog is en 'radicale' chirurgie mogelijk is, is de overlevingskans gedurende 5 jaar ongeveer 90%. Hernieuwde tumorgroei kan na meer dan 10 jaar nog steeds optreden.