Chirurgische therapie | Dijbeen fractuur

Chirurgische therapie

A breuk van de dij moet in de meeste gevallen operatief worden behandeld. Alleen op deze manier kan een voldoende hoge stabiliteit in het gebied van de breuk loopt af. Chirurgische correctie van het dijbeen breuk wordt uitgevoerd onder algemene of regionale anesthesie.

Bovendien, de bloed circulatie in de been kan worden verminderd door een strakke manchet aan te brengen in het geval van een femurfractuur dichtbij de kniegewricht, waardoor grotere bloed verlies. Tijdens de chirurgische ingreep worden de fragmenten weer in een optimale positie ten opzichte van elkaar gebracht. Hiervoor worden vreemde materialen in de vorm van schroeven of platen gebruikt.

Afhankelijk van de locatie van de femurfractuurkan het aanbrengen van een zogenaamde intramedullaire nagel ook nodig zijn. Deze intramedullaire nagel wordt in de beenmerg holte door een toegangspunt op enige afstand van de breuk. In sommige gevallen wordt extra fixatie van de intramedullaire nagel bereikt met een dwarse bout. Een breuk bij de heup gewricht moet worden bevestigd met speciale elementen.

In dit verband zijn zogenaamde gamma-nagels, dynamische heupschroeven of speciale hoekplaten bijzonder geschikt. Als het femorale hoofd direct aangetast en ernstig beschadigd is, kan het nodig zijn om een ​​kunstmatig in te brengen heup gewricht. Dit is vooral het geval als de botstof ernstig beschadigd is (bijvoorbeeld als er sprake is van uitgesproken artrose).

Bovendien, een femurfractuur kan worden gecorrigeerd door een zogenaamde externe fixator. Dit apparaat is een verbindingsconstructie die speciaal is vervaardigd om te breken botten, die buiten het lichaam wordt geplaatst en met schroeven in het bot wordt bevestigd. Na de operatie moet meestal een drainageslang in de operatieplaats worden ingebracht.

Zo bloed en wondvocht worden opgevangen. De drainage kan meestal na enkele dagen worden verwijderd. Nadat de breuk is genezen, kan het vreemde materiaal dat in het bot is ingebracht, op zijn plaats blijven of bij een andere operatie worden verwijderd. Welke optie voor elke patiënt het beste is, hangt af van verschillende factoren en moet met de behandelende arts worden besproken.