Voorkomen bijziendheid (bijziendheid), moet aandacht worden besteed aan het verminderen van het individu risicofactoren.
Gedragsoorzaken
- Verblijven in kamers met weinig daglicht (5-voudig risico).
- Weinig tijd buitenshuis doorbrengen ("tijd buitenshuis") en veel tijd aan het werk van dichtbij ("tijd voor dichtbij zien") (15.9-voudig verhoogd risico)
- Sluit werkzaamheden af op de smartphone, computer, tv of andere media.
Preventiefactoren (beschermende factoren)
- Emmetropische (normaalziende) en reeds bijziend (bijziend) kinderen moeten zoveel mogelijk tijd buitenshuis doorbrengen (buitenactiviteiten) (positief effect van daglicht):
- Kinderen die naast de dagelijkse schooluren 40 minuten buiten doorbrachten, ontwikkelden zich minder snel bijziendheid dan kinderen die niet het extra dagelijkse buitenschooluur kregen.
- Verhoogde blootstelling aan UVB op jongere leeftijd:
- Leeftijd: 14-19 jaar: 19% korting in bijziendheid risico (odds ratio 0.81; 95 procent betrouwbaarheidsinterval 0.71-0.92)
- Leeftijd: 20-39 jaar: 30% reductie (odds ratio 0.70; 0.62-0.93).
Secundaire preventie
- Atropine oogdruppels (0.01%): atropine was in staat om de progressie van bijziendheid bij kinderen van zes tot twaalf jaar met maximaal 12 procent na vijf jaar.