Behandeling | Compartimentsyndroom van het onderbeen

Behandeling

De behandeling kan causaal en symptomatisch zijn. De symptomatische therapie bestaat voornamelijk uit pijn verlichting, die dringend nodig is in het geval van compartimentsyndroom. Dit kan gedaan worden met pijnstillers van de NSAID-groep.

Deze omvatten ibuprofen, diclofenac of indometacine. In het geval van enorm pijn, pijnstillers kan ook intraveneus worden toegediend als intramurale patiënt in het ziekenhuis. Echter, causale therapie moet de eerste prioriteit zijn in het geval van compartimentsyndroom van de lagere been.

Een mild, initieel of latent chronisch compartimentsyndroom kan mogelijk worden behandeld met rust, verhoging en koeling. Dit vermindert de stofwisseling in de spier, wat op zijn beurt zwelling en bloeding vermindert en zo de druk in de spierkwab vermindert. Het alternatief voor conservatieve therapie is een operatie. Het is in de meeste gevallen van acuut compartimentsyndroom nodig om ernstige secundaire schade te voorkomen. De operatie verlicht direct de druk in het compartiment, wat de acute druk vermindert en zowel het oorzakelijk letsel als de reeds opgetreden schade kan genezen.

Wanneer heeft u een operatie nodig?

De operatie is nodig in de meeste gevallen van het compartimentsyndroom. Het mechanisme van het compartimentsyndroom laat zien dat een bepaalde druk in het spierstelsel een vicieuze cirkel in gang zet, waarbij de druk permanent toeneemt tot zenuwen en spieren sterven met ernstige gevolgen. Daarom moet een operatie eerder te vroeg dan te laat worden uitgevoerd. Een lichte drukverhoging kan door de spieren en fascia worden verdragen. Als de druk echter zo sterk stijgt dat de kleine en grote aderen worden samengedrukt en de zuurstofarm bloed wordt niet meer weggevoerd, het lichaam kan de druk niet meer zelf wegnemen en er moet zo snel mogelijk geopereerd worden.

Procedure van de operatie

De risico's van compartimentering zijn over het algemeen laag. Aangezien elke chirurgische ingreep een verwonding is aan de anatomische structuren, kunnen er kleine of grote complicaties optreden. Deze omvatten infecties die oppervlakkige irritatie of diepe abcessen veroorzaken.

Bovendien kunnen verwondingen aan spieren, aders, slagaders en zenuwen kan optreden tijdens een operatie aan de onderzijde been, leidend tot overeenkomstige secundaire complicaties. De operatie kan ook leiden tot nieuwe compartimentsyndromen. Door de grote wond, die vaak pas wordt gesloten nadat de zwelling is verdwenen, kunnen er uitgesproken littekens en contracturen optreden, die visuele en functionele problemen veroorzaken.