Auditieve route: structuur, functie en ziekten

De auditieve route bestaat uit speciaal-somatosensitieve vezels die opgenomen impulsen van het orgaan van Corti naar de primaire en secundaire auditieve cortex van de grote hersenen​ Het eerste moment van het gehoorpad zijn de sensorische cellen van het gehoor, die geluid omzetten in elektrische impulsen. Gehoorverlies kan te wijten zijn aan een verminderde geleiding in de gehoorgangen.

Wat is het gehoorpad?

Het orgel van Corti vormt de zetel van het gehoor. Gelegen in het slakkenhuis van het menselijk binnenoor, komt het orgaan overeen met een complex systeem van receptoren, ondersteunende cellen en zenuwvezels. Speciale somatogevoelige vezels in het gehoor zijn bij artsen bekend als de gehoorgang. Ze lopen van het orgaan van Corti in het binnenoor naar de primaire en secundaire auditieve cortex in het grote hersenen​ Auditieve indrukken worden hier ontvangen en via meerdere neuronen met elkaar verbonden. Het eerste neuron van de gehoorgang bevindt zich in de ganglion spirale slakkenhuis. De centrale projecties richten zich op de cochleaire kernen van de medulla oblongata. Het vijfde neuron richt zich op de primaire auditieve cortex in de gyri temporales transversi van de temporale kwab en bereikt de auditieve cortex. Centraal horen vindt plaats in de gehoorgangen. Dit is puur neuraal horen, ook wel auditieve waarneming genoemd. Vaak wordt een direct deel onderscheiden van een indirect deel in het tweede neuron van de gehoorbaan. De auditieve route bevat zowel stijgende (afferente) als dalende (efferente) neurale paden met geïntercaleerde kernen die auditieve kernen worden genoemd. De centrale structuur begint met de sensorische cellen van het binnenoor.

Anatomie en structuur

Het eerste neuron van de gehoorgang komt overeen met een bipolair neuron in de ganglion spirale cochleae, waarvan de centrale projecties uitsteken naar de kernen cochleares van de medulla oblongata. Zintuiglijke input wordt op dit punt omgeschakeld naar het tweede neuron, waarvan het directe deel reist van de achterste cochleaire kern, niet verbonden, door het superieure olijfcomplex en over de lemniscus lateralis van de andere kant om door te gaan naar de inferieure colliculus en overgeschakeld te worden naar het derde neuron. Het indirecte deel van de gehoorgang loopt op dit punt van de nucleus cochlearis anterior naar de andere kant en omvat circuits zoals de nuclei olivares superiores en de nucleus corporis trapezoidei. Dit indirecte deel staat bekend als het corpus trapezoideum. In het derde neuron reizen auditieve padvezels in de vorm van de lemniscus lateralis naar de inferieure colliculus, waar ze gedeeltelijk met het vierde neuron zijn verbonden. Vanaf de inferieure colliculus bereiken de vezels het mediale corpus geniculatum via de brachium colliculi inferioris en steken ze uit naar het vijfde neuron. Op dit punt lopen de vezels van de gehoorgang sublenticulair en passeren ze de interne capsule. Het vijfde neuron projecteert naar de primaire auditieve cortex.

Functie en taken

Als onderdeel van het auditieve systeem is het auditieve pad een van de sensorische systemen en speelt het een rol bij de auditieve waarneming. Bij landwezens zoals mensen wordt tijdens het horen luchtgeluid overgebracht naar het met vloeistof gevulde binnenoor. De mechanische energie van de geluidsgolven wordt door de binnenkant omgezet in elektrische energie haar cellen door middel van mechano-elektrische signaaltransductie. In de axonen van de gehoorzenuw gaat deze energie naar de hersenen in de vorm van actiepotentialen. Bij mensen en andere zoogdieren begint het gehoorpad uiteindelijk met de sensorische cellen van het binnenoor, die glutamaterge gebruiken. synapsen om individuele neuronen te exciteren met cellichamen in de spiraal ganglion​ De opgewonden zenuwcellen behoren tot de gehoorzenuw, die vezelsystemen naar de medulla oblongata-kernen leidt. In het superieure olivariskerncomplex worden onder meer transittijdverschillen en intensiteitsverschillen tussen de twee oren geëvalueerd om de richting van geluidsbronnen te kunnen bepalen. Zijkruisingen en zijkoppelingen van gehoorvezels maken gericht horen mogelijk. Onvolledige waargenomen informatie van de individuele oren kan ook worden aangevuld dankzij de zijkoppelingen. Specifiek voor het centrale gehoor speelt het gehoorpad een grote rol. Deze vorm van neuronaal horen omvat twee fasen: verwerking op onbewust niveau en daaropvolgende bewuste waarneming. Centraal horen als onbewuste verwerking is een permanent proces dat ook tijdens de slaap plaatsvindt. Bewuste waarneming blijft daarentegen beperkt tot de wakende staat. Het belang van centraal horen in vergelijking met perifeer gehoor is pas onlangs erkend voor mensen.

Ziekten

Lange tijd werden leeftijdsfysiologische stoornissen in de auditieve verwerking gelijkgesteld met een algemene gehoorstoornis. Ondertussen heeft de medische wetenschap dat ingezien leeftijdsgebonden gehoorverlies is niet alleen te wijten aan haar celbeschadiging van het binnenoor, maar daarnaast door veranderingen in de centrale neurale auditieve verwerking. Centraal gehoorverlies kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan Alzheimer ziekte, wat leidt tot een onjuiste evaluatie van wat er wordt gehoord. Dit fenomeen doet zich niet alleen voor in de context van leeftijdsgebonden dementie, maar kan ook verband houden met ontsteking or beroerte​ Door zenuwgeleiding geïnduceerd gehoorverlies komt ook voor bij gezwellen op de gehoorzenuw. Geluidsgeleiding via het gehoororgaan in het binnenoor verloopt correct bij dergelijke gezwellen. De groei kan echter samendrukken zenuwen van de gehoorbaan zodat elektrische potentialen de hersenen naar behoren. Dit type gehoorverlies wordt ook wel neuraal gehoorverlies genoemd. Ingewikkelde toonreeksen zoals spraak worden daardoor slechts gedeeltelijk herkend. Patiënten met neuraal gehoorverlies horen dat er iets wordt gezegd, maar kunnen niet begrijpen wat er wordt gezegd. Ziekten van het binnenoor waarbij de gehoorzenuw betrokken is, belemmeren ook de neuronale transmissie van impulsen. Het resultaat is perceptief gehoorverlies, dat gepaard kan gaan met schade aan de gehoorgangen. Zelfs met standaard auditieve waarneming kunnen deze associaties resulteren in auditieve sensorische stoornissen die verband houden met neuronale stoornissen in de geleiding van de gehoorgang.