Diagnose | Zenuwcongestiesyndromen - Overzicht

Diagnose

Doorslaggevend voor de diagnose van een zenuwvernauwingssyndroom is allereerst de medische geschiedenis (wat meldt de patiënt?) en het klinisch onderzoek. Bijkomende onderzoeken zijn voornamelijk die uit de elektrofysiologie, bijvoorbeeld een meting van de zenuwgeleidingssnelheid. Hier wordt bepaald of een extern aangelegde elektrische stimulus met "normale" snelheid naar een afgelegen locatie wordt geleid of dat er een vertraging in de geleiding is.

Therapie

Als de symptomen vrij mild zijn, wordt meestal een conservatieve therapie aanbevolen. Als de symptomen aanhouden of als er duidelijke neurologische gebreken zijn, kan bijvoorbeeld chirurgische therapie de voorkeursmethode zijn. Hier is het doel een decompressie van de zenuw. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door vernauwende structuren te splitsen of zelfs door de aangedane zenuw naar een minder smal gebied te verplaatsen, maar is specifiek voor het respectieve klinische beeld.

  • Pijnstillers,
  • Immobilisatie door middel van een spalk en
  • Fysiotherapie.