Nekspieren

Overzicht

De korte nek spieren behoren tot de zogenaamde autochtone rugspieren en bevinden zich rechts en links van de wervellichamen van de wervelkolom. Hun taak is om de wervellichamen vast te houden en ze in de wervelkolom te bewegen. De korte spieren in het gebied van de nek zijn ook stabiliserend, maar dragen ook aanzienlijk bij aan de bewegingen in het gebied van de nek en hoofd: De korte nekspieren omvatten de rectus capitis posterieure kleine spier, de rectus capitis posterieure grote spier, de obliquus capitis superieure spier en de obliquus capitis inferieure spier.

  • Vooral het kantelen van het hoofd naar voren en
  • Het leggen van de hoofd in de nek (reclination) wordt uitgevoerd door deze spiergroep.
  • Ook aan de zijkant hoofd-bewegingen, de korte nekspieren zijn doorslaggevend betrokken.

Spieren van de korte nek

  • Musculus rectus capitis posterior minor Deze spier is afkomstig van de bovenste Vertebrale lichaam van de wervelkolom, de zogenaamde atlas, en beweegt omhoog in een waaiervorm naar de schedel. Het begint bij een benige structuur op de schedel (Linea nuchae inferieur). Zijn taak is voornamelijk om het hoofd naar voren gebogen op te tillen.
  • Musculus rectus capitis posterior major Deze spier hecht zich aan de tweede halswervel, de zogenaamde processus spinosus.

    Deze benige projectie is aanwezig op elke Vertebrale lichaam. De punt van dit benige punt wijst naar iemand in een persoon met zijn rug gedraaid. Deze spier passeert ook de eerstgenoemde rectus capitis posterieure minor spier in de richting van het hoofd en hecht zich ook aan de zijkant van deze spier bij de inferieure nekplooilijn.

    Deze spier is primair verantwoordelijk voor laterale hoofdbewegingen (samen met de sternocleidomastoïde spier).

  • Musculus obliquus capitis superior Deze spier ontstaat aan de bovenkant Vertebrale lichaam (atlas) en hier bij de transversale processen (processus transversus). Om deze reden trekt het ver omhoog en begint het aan de benige achterkant van het hoofd (os occipitale). Het vormt aan beide zijden de buitengrens van de korte nekspieren.

    Het is primair verantwoordelijk voor het achterover leunen van het hoofd (het hoofd achterover plaatsen). De spier speelt ook een kleine rol bij de linker en rechter rotatie van het hoofd.

  • Musculus obliquus capitis inferior Deze spier strekt zich uit vanaf de tweede halswervel, en hier weer van de processus spinosus naar achteren wijzend, naar het transversale proces van het eerste wervellichaam, waar het is bevestigd. Het is daarom de enige spier van de korte nekspieren die geen directe verbinding heeft met het benige schedel en dat loopt uitsluitend in het gebied van de cervicale wervelkolom. Het helpt met name de sternocleidomastoideus om het hoofd lateraal te bewegen.