Anale kloof: medicamenteuze therapie

Therapiedoelen

  • Verbetering van symptomatologie, dwz eliminatie of pijn en vermindering van de sluitspierdruk.
  • Genezing van anale kloof

Therapie aanbevelingen

  • Acute anale kloof
    • Antiseptisch (middelen die bacteriële, virale en andere microbiële agentia van infectieziekten vernietigen) + lokaal anestheticum (middel voor lokale anesthesie) voor externe ('externe') therapie) → vermindering van de rustdruk in de sluitspier (sluitspier)
    • Lokaal ("lokaal") therapie met verdoving (pijnstillend) zalven of zetpillen (zetpillen) (bijv. cinchocaïnemet lokaal therapie).
    • Indien nodig injecteren met lokale anesthetica, lokale toepassing (toepassing op de plaats van handeling) van glycerol trinitraat GTN); als alternatief ook gebruik van nitroglycerine or calcium antagonist-bevattend zalven (Bv nifedipine) met een behandelduur van 3-8 weken of in ieder geval totdat de kloof geneest (→ ontspanning van gladde spieren en verlaging van anale rustdruk door loslaten van stikstofoxide (NO) = geneesmiddelgeïnduceerde sfincterrelaxatie).
  • Chronische anale fissuur
    • Lokaal (topisch) toegepast calcium antagonisten (bijv. nifedipine) of
    • Lokaal aangebrachte nitraten zoals glycerol trinitraat GTN); vergelijkbaar hoge genezingspercentage als calcium antagonisten, maar vooral vaker voorkomende bijwerkingen hoofdpijn in 30% van de gevallen.
    • Botulinumtoxine (off-label gebruik, dwz. Voorschrijven van een afgewerkt medicijn buiten het gebruik dat is goedgekeurd door de medicijnautoriteiten) in de sluitspier (sluitspier; werkt als een spierverslapper) - kleine maar significant hogere genezingspercentages in vergelijking met GTN en calciumantagonisten [tweede lijn therapie: bij therapie resistentie tegen calciumantagonisten] Dosering: bij hypertone sfincter eerste toediening van een dosering van 20-40 internationale eenheden Botox-equivalent intrasfincterisch ("in de sfincter").
  • Zie ook onder “Chirurgische therapie” en “Overige therapie”.

Verdere opmerkingen

  • Indien nodig verlaging van de sluitspierdruk door nitroglycerine of calciumantagonist-bevattend zalven.
  • Lokale glucocorticoïden moet worden gereserveerd voor patiënten met secundaire ziekten, zoals een lokaal uiterste.
  • Botulinumtoxine mag niet worden gebruikt voor therapie bij acute fissuren, vooral ook gezien het hoge (spontane) genezingspercentage, de veroorzaakte kosten, pijn vanwege de toepassing en de toepassingsrisico's [S3-richtlijn].
  • Anale dilatatoren kunnen worden gebruikt voor conservatieve behandeling, alleen of in combinatie met sfincter-ontspannend drugs [S3-richtlijn].