Werkverbod tijdens de zwangerschap

Zwangerschap: Wet moederschapsbescherming

De Zwangerschapsbeschermingswet (Mutterschutzgesetz, MuSchG) beschermt zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven en hun kinderen tegen gevaren, buitensporige eisen en schade aan de gezondheid op de werkplek. Ook voorkomt het financiële verliezen of het verlies van een baan tijdens de zwangerschap en een bepaalde periode na de geboorte. Het geldt voor alle aanstaande moeders die in loondienst zijn, stagiaires, stagiaires, scholieren en studenten. Ook thuiswerkers en marginale werknemers worden door de wet beschermd. Vrouwen moeten daarom hun werkgever of opleidingsaanbieder op de hoogte stellen zodra zij vernemen dat zij zwanger zijn.

Veiligheid op de werkplek

De werkgever is verplicht de bevoegde toezichthoudende autoriteit op de hoogte te stellen van de zwangerschap. Hij moet de zwangere of zogende vrouw ook beschermen tegen gevaren op de werkplek. Zo moet hij haar werkplek, inclusief machines, gereedschappen of apparatuur, zo inrichten dat er geen risico’s uit voortkomen.

Als de zwangere vrouw vanwege haar werkzaamheden voortdurend moet staan, moet de werkgever een zitplaats voor rustpauzes ter beschikking stellen. Als de werkplek daarentegen vereist dat de zwangere vrouw permanent zit, moet de werkgever haar korte pauzes toestaan ​​om te sporten.

Zwangerschap is een uitdagende en gevoelige levensfase. Elke onnodige stress of risico als gevolg van beroepsactiviteiten moet worden vermeden. Stukwerk, lopende band, overwerk, zondags- en nachtwerk en zeer fysiek zwaar werk zijn daarom bij wet verboden om de aanstaande moeder en haar kind te beschermen. Uitzonderingen op deze regel zijn alleen mogelijk op uitdrukkelijk verzoek van de zwangere vrouw, op basis van een doktersverklaring van geen bezwaar en met goedkeuring van de relevante toezichthoudende autoriteit.

De wet verbiedt zwangere vrouwen ook om te werken met gevaarlijke stoffen of straling, gassen of dampen, in warme, koude of natte omstandigheden, of met trillingen of geluid.

Werkverbod

Voor zwangerschap geldt een algemeen arbeidsverbod gedurende de zes weken vóór de bevalling, hoewel een vrouw gedurende deze periode mag blijven werken als zij dat wenst.

Om ervoor te zorgen dat de zwangere vrouw tijdens het arbeidsverbod geen financieel nadeel ondervindt, bepaalt de Wet moederschapsbescherming de volgende voordelen:

  • Tijdens de wettelijke beschermingsperioden voor en na de bevalling: Moederschapsuitkering plus werkgeversaanvulling op de moederschapsuitkering.
  • @ Tijdens arbeidsverboden buiten de wettelijke zwangerschapsbeschermingsperioden: volledig loon

Arbeidsverbod buiten de periodes van moederschapsbescherming

Indien de verrichte werkzaamheden het leven of de gezondheid van de moeder of het kind in gevaar brengen en de werkgever zonder succes alle mogelijkheden tot herstel heeft uitgeput, kan de werkgever zelf of de behandelend arts een individueel arbeidsverbod tijdens de zwangerschap uitvaardigen. Verdere tewerkstelling van de aanstaande moeder kan geheel of gedeeltelijk worden verboden.

Zelfs na de geboorte kan de arts een individueel gedeeltelijk arbeidsverbod uitvaardigen na de zwangerschapsbeschermingsperiode van acht weken. Voorwaarde is dat het vermogen van de vrouw om te werken wordt verminderd als gevolg van het moederschap.

Arbeidsongeschiktheid

Onvermogen om te werken of arbeidsverbod – dit heeft invloed op de hoogte van de beloning. Bij een arbeidsverbod ontvangt de zwangere vrouw het volledige loon (de zogenaamde moederschapsbeschermingsuitkering), berekend op basis van het gemiddelde salaris van de laatste drie kalendermaanden vóór de zwangerschap. Bij arbeidsongeschiktheid bestaat daarentegen gedurende een periode van zes weken recht op loondoorbetaling door de werkgever. Dit wordt gevolgd door het lagere ziektegeld dat door het ziekenfonds wordt betaald.

Zwangerschap: recht op vakantie

De Wet moederschapsbescherming regelt ook het recht op vakantie van zwangere vrouwen. Een aanstaande moeder heeft dus ondanks het arbeidsverbod recht op vakantie. Het is niet toegestaan ​​om het vakantierecht te verminderen.

Zwangerschap: bescherming tegen ontslag

Daarnaast mag een werkgever een vrouw in de regel niet ontslaan vanaf het begin van haar zwangerschap tot vier maanden na de geboorte. Dit recht heeft hij alleen in zeer bijzondere gevallen, zoals bij faillissement van de onderneming. De reden van beëindiging mag dus geen verband houden met de zwangerschap.

Het opzegverbod geldt ook bij een miskraam. Er is dan bescherming tegen ontslag tot vier maanden na de miskraam.

Vrije tijd voor preventieve medische controles

Conclusie: Bescherming eerst!

In de Wet moederschapsbescherming heeft de wetgever voorschriften vastgesteld voor de veiligheid van vrouwen tijdens de zwangerschap en na de geboorte. Zo zijn er aparte regelingen voor de werkplek en werkwijze en is er een wettelijk geregeld arbeidsverbod. Zwangerschap en het welzijn van moeder en kind worden op deze manier gegarandeerd!