Tendovaginitis (stenosans) van Quervain

Synoniemen

  • Tendovaginitis stenosans de Quervain
  • Quervain-ziekte
  • Pees bottleneck-syndroom

Definitie

Tendovaginitis de Quervain is een tendosynovitis van de extensor pezen van de duim, die in het eerste peescompartiment op de pols. Deze pezen zijn de bevestigingspunten van de spieren die verantwoordelijk zijn voor stretching en ontvoering van de duim. De ziekte wordt gekenmerkt door sterke pijn tijdens bepaalde bewegingen in de pols en duim.

Het is genoemd naar de Zwitserse chirurg de Quervain, die de ziekte voor het eerst beschreef in 1896. De pezen van de stretching spieren van de onderarm lopen naar hun bevestigingspunten op de vingers in peesmantels, die op hun beurt aan de hand worden bevestigd door een bindweefsel plaat (retinaculum extensorum). Opgemerkt moet worden dat tendovaginitis stenosans wordt meestal veroorzaakt door overbelasting van de buigspieren van de hand. Enerzijds kan dit gebeuren door overbelasting op het werk, in welk geval tendovaginitis stenosans zouden als een beroepsziekte worden beschouwd (bijv. bij atleten, ambachtslieden, pianisten, enz.). Vaak worden de vingers echter in de vrije tijd blootgesteld aan mechanische overbelasting, bijvoorbeeld tijdens sportactiviteiten zoals klimmen of ook bij het werken in de privésector, waardoor bovengenoemde ontsteking optreedt in het gebied van de peesmantels.

Symptomen

De getroffen personen klagen meestal over sterke schietpijnen bij bepaalde handbewegingen, die aan de duimzijde optreden. Bovendien kan het zogenaamde Finkelstein-teken worden geactiveerd. Dit teken beschrijft een sterk, opwindend pijn bij patiënten met Tendovaginitis de Quervain, wanneer ze buigen pols schokkerig in de richting van de kleine vinger met hun vuist gesloten en duim gevouwen.

Bovendien is het duimgebied vaak gezwollen en druk pijnlijk. De pijn kan uitstralen in de onderarm. Soms is een krakend of krakend geluid te horen tijdens polsbewegingen (crepitatio).

Frequentieverdeling

Tendovaginitis de Quervain komt meestal voor bij patiënten tussen de 30 en 50 jaar. Vrouwen worden ongeveer acht keer vaker getroffen dan mannen.