Therapiedoelen | Fysiotherapeutische behandeling van spinale instabiliteit

Therapiedoelen

Voorwaarde voor de start van de training is het wegnemen van eventuele bijbehorende oorzaken van pijn, zoals mechanische storingen. Korte termijn doelen Lange termijn doelen

  • Leren hoe je de diepe spieren activeert door middel van perceptietraining
  • Verbetering van het uithoudingsvermogen van de diepe spieren
  • Integratie van beide (globale en lokale) spiersystemen, activiteit zonder verlies van stabiliteit
  • Automatische overdracht van de juiste spieractiviteit in alledaagse situaties
  • Verbetering van de stabiliteit van de wervelkolom en vermindering van nekpijn of hoofdpijn veroorzaakt door instabiliteit in termen van pijnduur en intensiteit
  • Vermindering van terugvalpercentages en preventie van chronificatie

Totdat de laatste twee therapiedoelen zijn bereikt, moet de patiënt een moeilijk proces doorlopen dat absolute naleving vereist (motivatie en samenwerking). 3 maanden intensieve dagelijkse oefening zijn vereist om een ​​verbeterde basisstabiliteit te bereiken en aan te houden pijn vermindering, waarna in de meeste gevallen de trainingseenheden kunnen worden verminderd.

Veel individuele oefeningen kunnen echter na de eerste keer worden uitgevoerd leren in rugligging, lateraal of viervoeter in een rechtopstaande houding, zoals zitten of staan. Hierdoor kunnen de oefenunits zeer goed in het dagelijks leven worden geïntegreerd. Om de patiënt te helpen de motorische controle te verbeteren, worden complexe oefeningen in individuele stappen en daarna aangeleerd leren individueel spanningen (kan tot 4-6 weken duren), kan gecombineerd worden tot 2 gecombineerde oefeningen (nek flexor / extensie, schouders / buik, rug, bekkenbodem) of in één algehele lichaamsspanning, wat de dagelijkse trainingstijd aanzienlijk verkort.

Als de patiënt in staat is om de basislichaamsspanning correct vast te houden, worden aanvullende bewegingssequenties (activiteit van de globale bewegingsspieren) toegevoegd. In de laatste stap worden de aangeleerde spannings- en bewegingssequenties met het oog op automatisering in het dagelijks leven geïntegreerd. De voorkeur gaat uit naar alledaagse situaties die moeilijkheden opleveren voor de patiënt.

Van de kant van de fysiotherapeut is een goede methodologie en het vermogen om waarnemingsoefeningen op een heldere en levendige manier over te brengen vereist. Vooral in het begin van de training moet de therapeut veel ondersteuning geven door middel van eenvoudig uit te voeren oefeninstructies en tactiele hulp en feedback over zijn handen. Als extra controle en feedback voor de patiënt kan de fysiotherapeut een biofeedbackapparaat, een manometer voor spierspanning of een ultrageluid stuurt.