Therapie | Mannelijke onvruchtbaarheid

Therapie

Inseminatie: bij deze methode wordt de sperma van een man wordt verwerkt. Voorwaarde hiervoor is dat de man slechts een lichte vruchtbaarheidsstoornis heeft en dat er nog genoeg zijn sperma beschikbaar. Het verwerkte sperma worden vervolgens ingebracht in de vrouw baarmoeder gedurende ovulatie met behulp van een katheter.

De bevruchting kan nog op natuurlijke wijze plaatsvinden. In-vitrofertilisatie: bij deze procedure wordt de vrouw eerst hormonaal gestimuleerd door zichzelf regelmatig te injecteren met het vereiste hormonen. Dit stimuleert de eierstokken om meerdere vruchtbare eieren tegelijkertijd te produceren, waarvan de rijping wordt gecontroleerd door ultrageluid.

Vervolgens worden meestal tussen de twee en vijf geschikte eieren opgezogen met behulp van een naald. In Duitsland mogen niet meer dan drie eicellen worden overgedragen. Bemesting met geprepareerde zaadcellen wordt vervolgens uitgevoerd in een reageerbuis.

Na twee tot drie dagen worden de bevruchte eitjes weer in de baarmoeder. Deze behandelmethode kan worden gebruikt bij paren met ernstige onvruchtbaarheid in zowel de man als de vrouw. Intracytoplasmatische sperma-injectie: Allereerst wordt de hormonale stimulatie van de vrouw uitgevoerd, gevolgd door het opzuigen van geschikte eicellen. Vervolgens wordt in plaats van meerdere zaadcellen met de eicellen te combineren, een sperma rechtstreeks met een fijne naald in de eicel geïnjecteerd. Dit is een zeer kostbare en complexe methode en wordt daarom alleen toegepast bij zeer ernstige aandoeningen.

Genetica

Genetische defecten kunnen er ook een mogelijke oorzaak van zijn onvruchtbaarheid. Vooral defecten op het Y-chromosoom zijn problematisch, omdat alle genetische informatie voor normale spermaproductie zich op dit gen bevindt. Daarom is het heel goed mogelijk dat een vader een defect doorgeeft aan zijn zoon.

Hoe een defect zich uiteindelijk manifesteert, hangt grotendeels af van de ernst van het genetisch defect. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat er óf geen sperma wordt geproduceerd óf dat er minder sperma wordt geproduceerd, maar een lage restvruchtbaarheid is mogelijk.