defibrillator

Introductie

Een defibrillator is een apparaat dat wordt gebruikt bij acute en noodgeval medicijn, die is ontworpen om de hart- door middel van een gerichte stroomstoot. In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, leidt de defibrillator alleen naar hart- stimulatie op een secundaire manier. De defibrillator wordt gebruikt wanneer een patiënt in levensbedreigende ventrikelfibrillatie verkeert.

Ventrikelfibrilleren wordt gedefinieerd als een te snelle en onregelmatige contractie (fibrillatie) van de hart- spier. Deze spierbeweging is niet voldoende om het lichaam van zuurstofrijk te voorzien bloed. Ventrikelfibrilleren is levensbedreigend voorwaarde dat moet zo snel mogelijk worden behandeld.

De defibrillator stuurt een stroomstoot door de punt van het hart. Om dit te doen, worden twee peddels aangebracht op de punt van het hart en het dak van het hart en vervolgens wordt de stroomstoot geactiveerd. De elektrische impuls onderbreekt de fibrillatie en immobiliseert het hart.

Enkele seconden later begint het hart weer op zijn eigen ritme te kloppen. Een defibrillator is een doos die is uitgerust met een krachtige batterij, een monitor en twee paddles. Het maakt deel uit van alle medische noodapparatuur en is vooral te vinden op de intensive care.

De eerste stationaire defibrillatieapparaten werden na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om elektrische ongevallen te behandelen. In 1976 kwamen de eerste vroege defibrillatoren op de markt. In 1977 werd het eerste defibrillatieapparaat al overgedragen aan de niet-medische hulpdienst, aangezien er op dat moment in Duitsland geen alomvattend systeem voor spoedeisende hulp bestond.

Deze innovatieve maatregel werd destijds echter geblokkeerd door politici en artsenverenigingen omdat vroege defibrillatie door leken als zeer kritisch werd beschouwd. Het gebruik van volledig automatische defibrillatoren (AED's), die vandaag de dag nog vaak in het openbaar worden gezien, is nog steeds erg laag omdat veel niet-medici niet durven te defibrilleren uit angst voor fouten. Talrijke campagnes, zoals de strijd tegen hartdood enz., Moeten en moeten ervoor zorgen dat de angst voor deze belangrijke eerste maatregel wordt weggenomen.

Waar heb je hem voor nodig?

De defibrillator wordt altijd gebruikt als een flikkerend hart tot stilstand moet worden gebracht zodat het eigen ritme kan worden hersteld. Het is een zeer vitaal instrument, vooral bij acute en noodgeval medicijn. Het wordt gebruikt voor levensbedreigende ventrikelfibrillatie of ventriculaire flutter, maar ook voor ernstig hartritmestoornissen. Zelfs tijdens een hartoperatie aan een staand hart zorgt een defibrillator, die rechtstreeks op de hartspier wordt aangebracht, ervoor dat het snel flikkerende hart (klinisch equivalent aan hartstilstand) komt volledig tot stilstand, zodat hij weer op zijn eigen ritme kan beginnen te slaan.

Kun je een defibrillator kopen?

In principe kan ook alle medische apparatuur worden aangeschaft. Hiervoor is geen speciale medische opleiding vereist. Of men bepaalde apparatuur ook als niet-medisch persoon mag gebruiken, is een andere vraag.

Hoewel de klassieke defibrillator ook door niet-medisch personeel kan worden gekocht, moet het gebruik ervan zonder training worden vermeden. Bovendien moet de exacte reden waarom men een defibrillator moet kopen, worden overwogen. Als een familielid een serieus hart heeft voorwaardeis de aanschaf van een defibrillator gerechtvaardiger dan wanneer er geen verhoogd risico op ernstig is hartritmestoornissen or hartstilstand.

Als u dat toch doet, kunt u overwegen om een ​​volledig automatische defibrillator aan te schaffen, die ook in openbare gebouwen verkrijgbaar is. Dit apparaat, ook wel AED genoemd, is gemakkelijk te bedienen, zelfs zonder medische training, aangezien een computerprogramma de gebruiker door de te nemen stappen leidt. Inmiddels zijn er state-of-the-art defibrillatoren van verschillende fabrikanten en op verschillende prijsniveaus.

Volautomatische, zogenaamde AED's, die nu verkrijgbaar zijn in grote openbare gebouwen, kosten tussen de 400 en 2000 euro. De stationaire defibrillatoren die beschikbaar zijn in ziekenhuizen, die ook meer functies hebben (bijv. Monofasische en bifasische stroomuitgang kunnen met deze apparaten handmatig worden geregeld), zijn vele malen duurder maar niet geschikt voor alledaagse noodgevallen, vooral voor de ongetrainde arts of de medische leek. Er zijn ook defibrillatoren die geïmplanteerd zijn en die alleen een elektrische afgeven schokken wanneer het hart een bepaalde pauze in zijn hartslag overschrijdt, dwz wanneer ofwel de polsslag zo laag is dat het in stand houden van de bloedsomloop niet langer gegarandeerd is, of wanneer hele hartslagen mislukken.

De geïmplanteerde defibrillator komt overeen met a gangmaker met defibrillatorfunctie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een eenkamer- en een tweekamerdefibrillator. De implantatie wordt uitgevoerd via een ca.

5 cm insnijding linksonder sleutelbeen, soms ook onder het rechter sleutelbeen. De linkerkant heeft de voorkeur voor een mogelijke defibrillatie vanwege de betere bloed distributie. De elektroden worden door een oppervlakkige naar het hart gevoerd ader of via de sleutelbeenader.

Dit gebeurt onder Röntgenstraal controle. Zodra de katheter met de elektroden het hart heeft bereikt, wordt deze bevestigd aan de punt van het hart in de rechterkamer. De elektrode bestaat uit twee verschillende delen.

De tip dient als monitormodule, dwz dit deel bewaakt zijn eigen ventriculaire ritme en geeft een alarm zodra het hart onder een bepaalde, vooraf ingestelde frequentie komt of wanneer één of zelfs meerdere slagen stoppen en lange pauzes optreden. Boven deze monitormodule bevinden zich spoelen die in dit geval een sterke stroom opwekken en deze vervolgens in de punt van het hart afgeven. In de tussentijd is er niet alleen de alles-of-niets defibrillatie, maar ook meerkamercombinaties van gangmaker en defibrillatoren, dwz met de modernste defibrillatoren, kunnen zelfs eerder ingestelde ritmes worden gehandhaafd door lichtimpulsen te geven.

Na de operatie een test schokken moet worden geactiveerd om te zien of de elektroden in de juiste positie zitten. Voor dit doel wordt het hart eerst kunstmatig in zo'n sterke hartritmestoornis gebracht dat de geïmplanteerde defibrillator zou moeten triggeren. Als dit niet het geval is, wordt de patiënt van de aritmie verlost met een defibrillator die permanent in de operatiekamer is geïnstalleerd. In dit geval moeten extra elektroden aan het hart worden bevestigd om een ​​regelmatige hartslag te garanderen. Dit zorgt ervoor dat een ernstige hartritmestoornissen die zich in het dagelijks leven voordoen, kunnen met succes worden gecorrigeerd door defibrillatie.