Gezichtszenuw

Introductie

De aangezichtszenuw behoort tot de schedel zenuwen. Dit zijn in totaal twaalf zenuwen die hun oorsprong vinden in de hersenen en zijn verantwoordelijk voor verschillende zintuiglijke waarnemingen, maar ook voor bewegingen. De aangezichtszenuw is de zevende van deze schedel zenuwen.

Het is verantwoordelijk voor zowel de bewegingen van de gezichtsspieren en, in grote mate, voor de perceptie van smaak. Het draagt ​​ook zenuwvezels die de klieren voeden. Schade aan de zenuw leidt tot zogenaamde gezichtsverlamming, waarin de mimic gezichtsspieren (meestal eenzijdig) kan niet langer willekeurig worden gecontroleerd.

Functies van de aangezichtszenuw

Omdat de aangezichtszenuw uit verschillende delen bestaat, vervult hij ook verschillende taken: de motorvezels die verantwoordelijk zijn voor beweging leveren voornamelijk gezichtsspieren die verantwoordelijk zijn voor gezichtsuitdrukking. Spieren in de nek worden ook geïnnerveerd door de aangezichtszenuw, evenals een kleine spier in het oor (Musculus stapedius), die belangrijk is voor het reguleren van het gehoor bij harde geluiden. De gevoelige delen, die eindigen in de huid en verantwoordelijk zijn voor het gevoel van aanraking en pijn, leveren de huid van de externe gehoorgang en trommelvlies.

Andere vezels (parasympathische vezels) zijn verantwoordelijk voor het voeden van verschillende klieren en eindigen in de mond speekselklieren en de traanklieren. De functie van de klieren wordt gereguleerd door deze vezels, bij voorkeur hun activering met als gevolg een verhoogde productie van speeksel afscheiding. Bovendien bevat de aangezichtszenuw smaak vezels (sensorische vezels), die de waarneming van smaak in het gebied van de voorste tweederde van de tong.

Verloop van de zenuw

De aangezichtszenuw vindt zijn oorsprong in het onderste, achterste deel van de hersenen, meer bepaald in de hersenstam. Hier zijn de vezels afkomstig van verschillende kernen die zich aan beide zijden van de hersenen. Voor beide helften van het gezicht is er daarom een ​​aangezichtszenuw die elk één zijde levert.

De zenuw loopt beide naar binnen schedel (intracraniaal) en buiten (extracraniaal) en verlaat de hersenen in het gebied van de zogenaamde cerebellaire brughoek. De zenuwvezels lopen dan naar binnen schedel door het binnenste gehoorgang en het petrous bot, met vele takken die al loskomen om de spieren en klieren te voeden. Door het Foramen stylomastoideum, een gat in de schedel achter het oor komt de aangezichtszenuw uit de schedel. Het gaat verder via de parotis en geeft kleinere takken af ​​buiten de schedel naar het gezicht en nek spieren.