Verdrinking

Verdrinken (synoniemen: bijna verdrinking; bijna verdrinking; droge verdrinking; secundaire verdrinking; baddood; ICD-10-GM T75.1: verdrinking en niet-fatale onderdompeling) vindt plaats wanneer onderdompeling in een vloeistof ervoor zorgt dat het de luchtwegen. Ademen wordt daardoor belemmerd en ademhalingsinsufficiëntie treedt op, resulterend in acute hypoxie (zuurstof ontbering), wat kan leiden tot de dood. Als het slachtoffer het verdrinkingsongeval langer dan 24 uur overleeft, wordt het bijna-verdrinking genoemd. De volgende vormen van verdrinking worden onderscheiden:

  • typische verdrinking (verdrinkingsdood).
    • De persoon is aanvankelijk volledig bij bewustzijn. In een min of meer lange strijd tegen zinken, inspiratie (inademing lucht) en aspiratie (inademing van vloeistof) wisselen elkaar af. Uiteindelijk zinkt de persoon (zie "Stadia van verdrinking" onder "Etiologie / oorzaken").
  • atypische verdrinking
    • Iemand wordt met geweld onderdrukt / ondergebracht water (moord). De persoon stikt heel snel zonder herhaaldelijk adem te halen water oppervlakte. Inspiratie (inademing van lucht) is dus afwezig; in plaats daarvan, water wordt opgezogen (ingeademd). Een strijd om te overleven is afwezig.

Van verdrinking moet de badende dood worden onderscheiden. Men spreekt van een ‘badendood in engere zin’, als het gaat om een ​​door reflex veroorzaakte circulatiestilstand, bijvoorbeeld door de koud van het water. Vooral mensen met een slecht gestel of intoxicaties (vergiftiging) lopen risico. In een 'badende dood in de bredere zin' sterft de persoon door een natuurlijke oorzaak, bijvoorbeeld een hartinfarct (hart- aanval), en bevindt zich op dat moment in het water. Fysieke inspanning van de zwemmer en de kou van het water zijn gunstige factoren (triggers). Net als bij atypische verdrinking, is er geen strijd om te overleven bij zwemdood. De persoon gaat gewoon ten onder. Geslachtsverhouding: in 2017 waren 80% van de verdrinkingen mannen. Frequentiepiek: Verdrinkingsslachtoffers omvatten zowel jongere personen als ouderen. In 2017 vielen de verdrinkingsslachtoffers vooral in de leeftijdsgroepen van 16 tot 25 jaar en in de leeftijdscategorie van 71 tot 85 jaar. Volgens verdrinkingsstatistieken zijn er in 404 minstens 2017 mensen verdronken in Duitsland.

  • 157 in rivieren,
  • 137 in een meer of vijver,
  • 28 in de zee,
  • 22 in een kanaal,
  • 13 in een stroom,
  • 12 in een zwembad,
  • 10 in met water gevulde sloten,
  • 2 in havens (dokken),
  • 2 in het zwembad en
  • 21 in andere wateren.

De distributie laat zien dat binnenwateren de grootste bron van gevaar vormen. Dit komt door het feit dat deze wateren vaak onbewaakt zijn, in tegenstelling tot zwemmen zwembaden en kusten. In 2017 verdronken de meeste mensen in Beieren. Daar waren 86 mensen. In Saarland is in 2017 één persoon verdronken. Het aantal verdrinkingen per staat is als volgt verdeeld:

  • Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen: 55.
  • Baden-Württemberg: 38
  • Saksen: 34
  • Mecklenburg-Voor-Pommeren: 32
  • Brandenburg: 22 april XNUMX
  • Hessen: 19
  • Rijnland-Palts: 17
  • Saksen-Anhalt: 15
  • Sleeswijk-Holstein: 14
  • Berlijn en Hamburg: elk 5
  • Thüringen: 4
  • Bremen: 2

De meeste mensen verdronken in de maanden mei tot augustus (207 doden; 2017). Verloop en prognose: verdrinking leidt in het ergste geval tot de dood. De cruciale factor is de tijd, die de omvang of gevolgen ervan bepaalt zuurstof ontbering. Hypoxie (gebrek aan zuurstof) Kan leiden tot neurologische schade. De hersenen is het meest gevoelige orgaan van het menselijk lichaam. Hersenen schade is onomkeerbaar (kan niet worden teruggedraaid). Speciale aandacht moet worden besteed aan kinderen als ze veel water hebben ingeslikt tijdens het baden of zwemmen​ In het geval van droge verdrinking, leidt de ingeademde vloeistof tot een spasme van de glottis van de strottehoofd (laryngospasme). Dit is een fysiologische beschermende reflex van het lichaam om te voorkomen dat er water in de longen komt. De spasme zorgt ervoor dat de luchtweg zich sluit, wat resulteert in kortademigheid. Dit voorwaarde is onmiddellijk herkenbaar. Bij secundaire verdrinking komt de spasme van de glottis vrij en komt het ingeademde water de longen binnen. Daar kunnen ontstekingsreacties en oedeem optreden. De gasuitwisseling wordt verstoord, wat resulteert in zuurstoftekort, wat leidt tot de dood als het niet wordt behandeld. Bij secundaire verdrinking kan het tot 24 uur duren voordat de symptomen zich ontwikkelen. Droge en secundaire verdrinking komen zeer zelden voor. Volgens de DLRG zijn in 2014 zeven kinderen tussen nul en vijf jaar op deze manier verdronken. Redenen om te verdrinken zijn onder meer het afnemen zwemmen vaardigheden van kinderen, wat ook wordt veroorzaakt door de sluiting van steeds meer zwembaden in Duitsland. Nu al kan een kwart van de basisscholen geen zwemlessen aanbieden omdat er geen zwembad is. Inmiddels elke tweede basisschool leerling is niet langer een veilige zwemmer. In het geval van jonge slachtoffers, overmoed en alcohol consumptie leiden tot onzorgvuldig gedrag in water. Bij ouderen kunnen reeds bestaande cardiovasculaire (CV) aandoeningen ook een rol spelen (zie “Etiologie / Oorzaken” voor meer). Het redden van drenkelingen vereist een geoefend oog. Kinderen verdrinken anders dan volwassenen. Als volwassenen in nood zijn, zwaaien ze met hun armen, waardoor strandwachten ze gemakkelijk kunnen herkennen tussen de zwemmers. De paniekerige lichaamsbewegingen van kinderen zijn te klein en daardoor moeilijk te detecteren. Kinderen verdrinken in stilte. Ze gaan gewoon ten onder.