Tuberculosebehandeling

Hoe wordt tuberculose behandeld?

De behandeling van tuberculose vormt ook een uitdaging vanwege de speciale kenmerken van de bacteriën (langzame groei, relatieve ongevoeligheid voor schadelijke omgevingsinvloeden, hoge mutatiesnelheden (wijziging van het genetisch materiaal)). Inmiddels bestaat er een behandeling die zeer effectief is gebleken, maar een grote bereidheid van de patiënt vereist. De vier standaard medicijnen van tuberculose behandeling zijn: INH en rifampicine worden gegeven als een twee-in-een combinatie gedurende vier maanden in de tweede fase.

Er is een vaccinatie met mycobacteriën, maar de effectiviteit ervan is omstreden en wordt momenteel niet aanbevolen door de StIKo (Standing Commission on Vaccination). Vaccinatie wordt uitgevoerd met mycobacteriën van de stam BCG, die minder besmettelijk zijn voor mensen. Na de vaccinatie, een tijdelijke vermenigvuldiging van de bacteriën, die onder de huid worden geïnjecteerd, optreedt.

Later treedt littekenvorming op op de injectieplaats. Het beschermende effect is echter tijdelijk, na enkele jaren neemt het effect aanzienlijk af. Ook wordt nu een positief resultaat van de tuberculinetest verkregen, omdat de patiënt contact had met mycobacteriën.

In zeer zeldzame gevallen kan de vaccinatie de oorzaak zijn van tuberculose als de patiënt immuunsysteem is onvoldoende. Een probleem voor de geneeskunde is het wereldwijd toenemende aantal bacteriën die resistent (= ongevoelig) zijn voor de gebruikelijke medicijnen. Dit zijn bacteriën die door een onjuiste behandeling de kans hebben gehad om resistent te worden tegen de medicijnen.

In Duitsland treft dit ongeveer 2% van de bacteriën. In sommige voormalige Oostbloklanden zijn veel hogere tarieven te vinden. Daar kan tot 60% worden beïnvloed.

  • INH is een medicijn dat de opbouw van de speciale celwand van de bacterie remt en daarom heel specifiek alleen werkt tegen mycobacteriën. Het wordt geactiveerd door enzymen van de bacteriën en heeft dus relatief weinig bijwerkingen. Het bereikt echter geen ziekteverwekkers die aanwezig zijn in menselijke afweercellen.
  • Rifampicine is een medicijn dat nieuwe voorkomt eiwitten van worden geproduceerd in de bacteriële cel.

    Het is ook effectief tegen ziekteverwekkers die aanwezig zijn in de eigen afweercellen van het lichaam.

  • Pyrazinamide is alleen effectief tegen vermenigvuldigende mycobacteriën, daarom kan het alleen verstandig worden gebruikt in de beginfase van de ziekte. Het werkt door de montage van de celwand te verstoren, vergelijkbaar met INH. Als een belangrijke bijwerking kan dit medicijn de lever.
  • Ethambutol is ook een antituberculotisch middel dat de opbouw van de celwand verstoort. Het heeft echter een ander aanvalspunt dan INH of pyrazinamide en heeft dus een nuttige complementaire werking.