Therapie | Kraakbeenschade in het enkelgewricht

Therapie

Naast een aantal verschillende conservatieve behandelmethoden, zijn er ook chirurgische therapieën die kunnen worden gebruikt in gevallen van kraakbeen schade aan de enkel gewricht. Of een operatie in individuele gevallen zinvol is, hangt van verschillende factoren af. Naast de oorzaak van de kraakbeen schade aan de enkel gewrichtsfactoren zoals leeftijd en de respons op conservatieve behandelmethoden bepalen ook het behandeladvies van de behandelende arts.

Een chirurgische optie om de genezing van het gewricht te verbeteren kraakbeen en de symptomen van de getroffen persoon is het zogenaamde debridement. Dit omvat het verwijderen van gewrichtsvreemde structuren die zich in de gewrichtsruimte bevinden als gevolg van ontsteking en beschadiging van het kraakbeen. De zogenaamde lavage, waarbij de gewrichtsruimte wordt gespoeld met een vloeistof, zou hetzelfde effect hebben.

Vaak worden beide procedures tegelijkertijd uitgevoerd. Naast deze procedures, die al lang bestaan ​​en worden uitgevoerd, zijn er recentelijk nieuwe procedures toegepast, die in veel gevallen de kraakbeenschade van vooruitgang. Omdat het lichaam zelf niet in staat is het kraakbeen weer op te bouwen, moeten andere manieren worden gevonden om kraakbeen bij het gewricht te vormen.

Door te boren of het zogenaamde microfractureren van het bot, kan het worden verplaatst om kraakbeen op te bouwen. Of deze maatregel kans van slagen heeft, moet per geval worden bepaald. Een andere mogelijkheid is de implementatie van een kraakbeencel transplantatie.

Hier worden gezonde kraakbeencellen van de getroffen persoon afgenomen en gestimuleerd om zich in het laboratorium te vermenigvuldigen. Zodra er voldoende materiaal beschikbaar is, kan het kraakbeenweefsel in het beschadigde worden getransplanteerd enkel gewricht. Kraakbeen-bot transplantatie (HAVER) is ook de transplantatie van kraakbeenweefsel, met het verschil dat het getransplanteerde kraakbeen samen met een stuk bot wordt verwijderd en in de kraakbeenschade.

Dit verhoogt het slagingspercentage aanzienlijk, aangezien de transplantatie van kraakbeenweefsel zelf erg moeilijk te bereiken is. Het nadeel van deze operatie is de noodzaak om gezond kraakbeenmateriaal uit een ander deel van het lichaam te verwijderen. Er wordt voor gezorgd dat kraakbeenmateriaal wordt meegenomen van plaatsen waar weinig gewrichtsspanning is.