Taken van het parasympathische zenuwstelsel

Synoniemen in bredere zin

parasympathetic zenuwstelsel, sympathische zenuwstelsel, zenuwstelsel, hersenen, zenuwwater, spinal cord, zenuw De parasympathische zenuwstelsel is verantwoordelijk, naast de sympathische zenuwstelsel, voor een deel van het autonome zenuwstelsel en voor lichamelijke activiteit in rusttoestand. Bijgevolg de sympathieke zenuwstelsel wordt gekenmerkt als het actieve deel van het autonome zenuwstelsel. Orgel | Effect Hart | Langzamer en minder krachtig slaan (afgenomen hartslag en contractiekracht) Longen | Vernauwing van de luchtwegen Oog | Versmalling van de leerlingen Speekselklieren | Verhoogde speekselafscheiding Maag-darmkanaal | Verhoogde spijsvertering (verhoogde beweeglijkheid) Lever | Verhoogde glycogeenproductie Urinair blaas | Bevordering van plassen en plassen De taak van de parasympathische zenuwstelsel, die uiteindelijk bij het orgel wordt bereikt, moet door de oorspronkelijke cel in "versleutelde" vorm worden gegenereerd en vervolgens langs de celprocessen naar de organen worden geleid.

De elektrische prikkels worden overgedragen via zogenaamde neurotransmitters. Neurotransmitters zijn chemische boodschappers die - zoals de naam al doet vermoeden - informatie naar verschillende plaatsen kunnen verzenden, ze zijn daarom een ​​soort "boodschapper". Er wordt onderscheid gemaakt tussen prikkelende (prikkelende) en remmende (remmende) neurotransmitters.

De neurotransmitters worden gebruikt voor de overdracht van chemische informatie, terwijl de elektrische potentialen die door de cel en zijn extensies (axonen en dendrieten) lopen, worden gebruikt voor elektrische informatieoverdracht. De chemische overdracht van informatie is altijd belangrijk wanneer de informatie van de ene cel naar de andere moet gaan, omdat er altijd een kloof is tussen cellen, ook al is deze relatief klein, die de informatie niet zomaar kan overslaan. Omdat het menselijk lichaam echter groot is, heeft het een heel netwerk van cellen nodig, omdat één cel ons hele organisme niet kan overspannen (hoewel er zenuwcellen zijn waarvan de verlengingen tot een meter lang kunnen worden).

Zodra de elektrische lijn het "einde" van een cel heeft bereikt, dat wil zeggen zijn axon einde, het zorgt ervoor dat een type neurotransmitter wordt vrijgegeven van het axon-uiteinde. De axon einde waarvan het wordt vrijgegeven heet de presynapse (pre = before, dwz de synaps vóór de synaptische spleet). De neurotransmitter wordt vrijgegeven in de zogenaamde synaptische spleet, die zich tussen cel 1 (informatieregel) en cel 2 (informatieontvangst) bevindt, waartussen moet worden geschakeld.

Na de release is het neurotransmitter “Migreert” (diffundeert) door de synaptische kloof naar de uitbreiding van de tweede cel, de post-synaps (post = to, dwz de synaps na de synaptische kloof). Hierin zitten receptoren die voor precies deze neurotransmitter zijn ontworpen. Het kan er dus aan binden.

Door zijn binding wordt nu weer een elektrisch potentiaal opgewekt bij de tweede cel. Wanneer de informatie van de ene cel naar de andere overschakelt, is de volgorde van informatietypen als volgt: Cel 2 kan nu op twee manieren reageren door de neurotransmitter te binden: of hij is opgewonden en genereert een zogenaamde actiepotentiaal of het wordt geremd en de kans dat het een actiepotentiaal genereert en dus verdere cellen opwekt, neemt af. Welke van de twee manieren een cel neemt, wordt bepaald door het type neurotransmitter en het type receptor.

In zowel het sympathische als het parasympathische systeem is er een strikte volgorde van informatieoverdracht: Voorbeeld van een parasympathische taak De eerste cel (oorspronkelijke cel) in de schedel (craniaal parasympathisch deel) of in het lagere spinal cord (sacraal parasympathisch deel) wordt opgewekt door hogere centra (bijv. de hypothalamus en hersenen stam). De opwinding gaat door zijn geheel axon tot het eerste schakelpunt. In het parasympathische systeem bevindt dit zich ofwel in een zenuwknoop (ganglion), in een zenuwplexus of direct in de wand van het te beïnvloeden orgaan.

Daar, als gevolg van de doorgestuurde excitatie van de neurotransmitters, acetylcholine wordt vrijgegeven uit de presynapse. Acetylcholine diffundeert door de synaptische spleet naar de synaps van de tweede cel (post-synaps) waar het zich bindt aan een geschikte receptor. De cel wordt opgewonden door deze binding (omdat acetylcholine is een van de prikkelende neurotransmitters).

Net als in de eerste cel wordt deze excitatie weer via de cel en zijn verlengingen doorgegeven aan de ontvanger: het orgel, daar komt - als gevolg van de excitatie - een andere neurotransmitter - dit keer is het acetylcholine - vrij uit de synaps van de cel. 2. Deze neurotransmitter werkt dan rechtstreeks in op het orgel. De parasympathische zenuwstelsel dus werkt - in tegenstelling tot de sympathische zenuwstelsel - met slechts één neurotransmitter, namelijk acetylcholine.

  • Elektrisch naar het axonuiteinde van de eerste cel
  • Chemische stof in de synaptische spleet
  • Elektrisch vanaf de binding van de neurotransmitter aan de tweede cel
  • Oorspronkelijke cel (cel 1)
  • Cel in een ganglion / plexus / orgaanwand (cel 2)
  • Orgel