Suïcidale neigingen (suïcidaliteit): preventie

Om suïcidaliteit te voorkomen (zelfmoordrisico; suïcidepreventie) moet aandacht worden besteed aan het verminderen van het individu risicofactoren.

Gedragsrisicofactoren

  • Gebruik van stimulerende middelen
    • Alcoholmisbruik (50% van alle gevallen)
  • Drug gebruik
    • Cannabis * (hasj en marihuana)
      • Gebruik door ouders → verhoogd risico op zelfmoordpoging bij kinderen.
      • Gebruik door kinderen / adolescenten vóór de leeftijd van 18 jaar verhoogt het risico op latere depressie en zelfmoord
  • Psychosociale situatie
    • Chronische stress
    • Hopeloosheid (bijv. Symptoom van een depressieve episode)
    • Verlies van eigenwaarde
    • Overweldigende schuldgevoelens

Ziektegerelateerd risicofactoren [intensieve medische zorg en therapie].

  • Geestelijke ziekte
  • Ernstige eetstoornissen
    • Anorexia nervosa (anorexia nervosa)
    • Boulimia nervosa (eetbuistoornis)
  • Ernstige lichamelijke / chronische ziekte
    • Chronisch vermoeidheidssyndroom (CMS)
    • Commotio cerebri (hersenschudding).
    • Epilepsie (toevallen)
    • Multiple sclerose (MS)
    • Ernstige slapeloosheid (slaapstoornissen / vooral slaapstoornissen) → toediening van een slaaphulpmiddel (8 weken durende behandeling met zolpidem resulteerde in een grotere vermindering van zelfmoordgedachten in vergelijking met placebo)
    • Post-apoplex (beroerte).
    • Psoriasis (psoriasis)
    • Pijn, ondragelijk
  • Zelfverwonding: zelfbeschadigend gedrag (SVV) of auto-agressief gedrag.
    • Het acute zelfmoordrisico in de eerste maand na zelfverwonding nam met ongeveer 180 keer toe
    • Risico op overlijden door acute alcohol- of drugsvergiftiging 34 keer hoger dan in de controlegroep
  • Tumorziekte in het laatste stadium (eindstadium, laatste fase van progressieve ziekte voordat de dood optreedt)

Preventiefactoren (beschermende factoren)

  • Lithium in drank water: geografische regio's met hogere natuurlijke concentraties lithium in drinkwater worden in verband gebracht met lagere zelfmoordsterfte (sterftecijfers).
  • Blokkeer zelfmoordpaden: beperking van vuurwapens, verkleining van de pakketgrootte van pijnstillers, toegangsbarrières tot zelfmoordhotspots (bijv.Golden Gate Bridge)
  • Korte tussenkomst - zelfs een enkel professioneel contact gevolgd door regelmatige telefonische contacten vermindert het risico op zelfmoordpogingen met 31%. In de interventiegroep vonden 78 zelfmoorden minder plaats dan in de controlegroepen van vergelijkbare grootte. De meta-analyse is gebaseerd op 4270 deelnemers.
  • Psychiatrische behandeling: voldoende therapie voor de bovengenoemde psychische stoornissen.
  • Familie-gebaseerde therapieën en crisisinterventie voor suïcidale adolescenten.