Spiertrekkingen (Fasciculaties)

Een spiertrekkingen kunnen vele betekenissen hebben, zoals spiertrekkingen in slaap vallen, trillen van de oogleden, myoclonia (spiertrekkingen met een bewegingseffect), tic (regelmatig of onregelmatig terugkerend contracties), spasmen (onvrijwillige, pijnlijke spiercontracties), tremor (trillen), of fasciculaties.

Wat alle spiertrekkingen gemeen hebben, is dat ze onvrijwillig zijn contracties (spiertrekkingen) van de spieren.

Voor tremor, zie "Tremor" hieronder; voor spasmen en spasmen, zie "Krampen en spasmen van de spieren ”hieronder.

In het volgende zullen we ons concentreren op het onderwerp fasciculaties.

Fasciculaties (ICD-10-GM R25.3: Fasciculation) zijn onregelmatig en onvrijwillig contracties of spiervezel bundels, die merkbaar worden door zichtbare spiertrekkingen wanneer ze zich ontwikkelen in oppervlakkige spierlagen.

Fasciculaties zijn geen specifiek teken van de aanwezigheid van ziekte; ze zijn geclassificeerd als goedaardig. Alleen de aanwezigheid van andere symptomen die kenmerkend zijn voor een ziekte, geeft meestal aanleiding om de fasciculaties op te helderen.

Fasciculaties kunnen een symptoom zijn van veel ziekten (zie onder “Differentiële diagnoses”).

In één onderzoek vertoonden gezonde vrijwilligers fasciculaties ultrageluid komt in 43% van de gevallen voornamelijk voor in de abductor hallucis longus-spier (langwerpige, dunne skeletspier aan de mediale zijde van de voet die deel uitmaakt van de voetmusculatuur). Spiergroepen boven de knie vertoonden slechts incidentele fasciculaties.

Verloop en prognose: Fasciculaties verschijnen vaak in het gezicht of de ledematen en hebben meestal geen klinische waarde. Alleen de aanwezigheid van andere symptomen maakt het nodig om ze op te helderen. In dergelijke gevallen dient hoogstwaarschijnlijk een neuroloog te worden geraadpleegd, aangezien pathologische (pathologische) fasciculaties meestal een neurologische oorzaak hebben. Typische triggers van goedaardige (goedaardige) fasciculaties zijn spanning, inname van genotmiddelen (psychoactieve stoffen; stimulerende middelen) of stoornissen van het elektrolytmetabolisme (bijv. hypocalciëmie (calcium tekort), hypokalemia (kalium deficiëntie) en hypomagnesiëmie (magnesium tekort)).