Samenvatting | Pseudartrose

Samengevat

Pseudoartrose wordt altijd bedoeld wanneer, na botbreuken of operaties aan het bot, het genezingsproces om verschillende redenen niet in de mate plaatsvindt die zou moeten. Als er een overmatige maar ongerichte vorming van nieuw bot is, wordt dit reactief genoemd pseudartrose. Als het probleem een ​​gebrek is aan bloed circulatie, het wordt avasculair genoemd pseudartrose, en als er nauwelijks botvorming is, wordt het klinische beeld atrofische pseudartrose genoemd.

Onderaanbod van bloed en los of verkeerd gehecht metaal (osteosynthesematerialen) behoren tot de meest voorkomende oorzaken van pseudartrose. Patiënten klagen er meestal over pijn in rust en in beweging, evenals zwelling en roodheid over het getroffen gebied. Daarnaast is er sprake van een functionele beperking.

In de meeste gevallen is een röntgenstraal van het getroffen gebied is gemaakt als een diagnose. Het toont de rest breuk kloof en overmatige botvorming, meestal aan de randen. Bovendien kunnen cysten ook zichtbaar zijn.

Na diagnose van pseudartrose moet het betreffende gewricht worden geïmmobiliseerd met een gips cast voor zes weken en gekoeld of verwarmd door fysiotherapie. Medicinale analgetica (pijn killers) helpen om de pijn te verminderen. Na 4 weken een nieuwe Röntgenstraal wordt genomen om de botvorming te controleren. Als dit niet voldoende is, is meestal een nieuwe operatie nodig, waarbij nieuw osteosynthesemateriaal en botvormend poreus bot wordt ingebracht en botweefsel dat niet wordt voorzien van bloed is verwijderd.