Poliklinische operaties

In de afgelopen jaren is het aantal poliklinische operaties aanzienlijk toegenomen. Nieuwe chirurgische ingrepen, met name de zogenaamde beeldvormingstechnieken ter assistentie bij operaties, maar ook innovatieve materialen en apparaten maken ingrepen in het menselijk lichaam steeds gemakkelijker.

Poliklinisch = kosteneffectiever?

In de nasleep van de noodzaak voor ziekenhuizen om bij elke beurt kosten te besparen, lijkt poliklinische chirurgie een echt alternatief voor dure en langdurige ziekenhuisverblijven. Maar de vergelijking "poliklinisch = kort, ongecompliceerd en goedkoop" klopt niet gemakkelijk. Om een ​​patiënt poliklinisch succesvol te kunnen opereren, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Criteria voor poliklinische chirurgie zijn onder meer minimaal risico op postoperatieve bloeding, minimaal risico op postoperatieve respiratoire complicaties, geen speciale postoperatieve zorg behoeften, en het vermogen om snel na de operatie vocht en voeding te ontvangen.

Welke voorwaarden zijn geschikt?

De volgende aandoeningen of procedures zijn bijzonder geschikt voor poliklinische prestaties:

  • Inguinale hernia
  • Inguinale zaadbal
  • Navelstreng hernia
  • Waterhernia (hydrocele)
  • Spataderen
  • staar
  • Spatader hernia (varicocele)
  • Arthroscopie (knie-endoscopie)
  • gastroscopie
  • Metaalverwijdering
  • Botbreuken
  • Interventies op de tanden

Verzorging en nazorg

De patiënt moet niet alleen de procedure zelf en de gevolgen ervan begrijpen, maar er ook voor zorgen dat zijn vervoer naar de polikliniek wordt verzorgd en dat hij naar huis terugkeert. Zijn huis moet voorzien zijn van licht, verwarming, badkamer, toilet en telefoon. Hij moet er ook voor kunnen zorgen dat hij na de operatie door hemzelf of door een verzorger kan worden bereikt en gecontacteerd. Voor de tijd na de operatie thuis moet er dus voor gezorgd worden dat de patiënt bij mogelijke complicaties direct medische zorg kan krijgen. Ook nazorg - hetzij in de praktijk, hetzij via huisbezoek - dient in het vooroverleg besproken en verduidelijkt te worden. De patiënt moet in het algemeen goed zijn volksgezondheid​ Zwangere vrouwen en zuigelingen mogen in het algemeen niet ambulant geopereerd worden, of alleen na nauw overleg. De arts en de kliniek waar de poliklinische chirurgie wordt uitgevoerd, moeten ook voldoende zijn uitgerust. De operatiekamers, inclusief de verkoeverkamer en Grensverkeer voorzieningen, moeten voldoen aan wettelijke eisen; er moet ook goed opgeleid opererend en verplegend personeel beschikbaar zijn. Volgens de richtlijnen van de Duitse Vereniging voor Anesthesiologie en Intensive Care Medicine (DGAI) is een nauwe band met intramurale behandelingsopties vereist, evenals een voldoende en gemakkelijk toegankelijk aantal rolstoelen en parkeerplaatsen.

De voorbespreking

Zodra de huisarts of specialist de diagnose heeft gesteld a voorwaarde waarvoor een operatie nodig is en de patiënt dienovereenkomstig wordt geadviseerd, wordt het eerste contact met de chirurg gelegd. Tijdens deze discussie moeten patiënten de mogelijkheid hebben om zonder tijdsdruk eventuele vragen te bespreken. De arts moet de patiënt nauwgezet informeren over alle aspecten en de noodzaak van eventuele vooronderzoeken nagaan. Tijdens dit vooroverleg wordt dan ook de datum van de ingreep vastgelegd en alle nodige instructies daarover anesthesie voorbereiding worden besproken.

De dag van de operatie

De instructies van de anesthesist met betrekking tot vastend en het nemen van medicijnen moet precies worden gevolgd. Wie zich kort voor de operatie ziek voelt, moet beslist nog een keer met de arts overleggen en bij twijfel de operatiedatum uitstellen. De patiënt dient op de dag van de ingreep te worden begeleid door een vertrouwenspersoon, die na de ingreep meestal bij hem of haar mag komen. De duur van de nazorgperiode is afhankelijk van de individuele patiënt voorwaarde en is zeer variabel. Voor elke wachttijd zowel voor als na de ingreep is het de moeite waard om boeken, banden en cd's mee te nemen.

De ontlading

Een poliklinische patiënt wordt pas ontslagen circulatie en hartfunctie zijn normaal gedurende ten minste 60 minuten. De patiënt moet de tijd, plaats en bekende personen en kleding kunnen herkennen en op de juiste manier kunnen bewegen voor zijn of haar preoperatieve voorwaarde. Misselijkheid, braken, of duizeligheid moet minimaal zijn, evenals minimale bloeding wonden en geen tekenen van ontstekingDe patiënt moet altijd worden ontslagen door de chirurg en anesthesist en er moeten passende instructies worden gegeven aan zowel de patiënt als de begeleidende persoon voor alle relevante aspecten van anesthesie en postoperatieve zorg​ Bovendien moet de patiënt een contactadres voor noodgevallen krijgen en voldoende pijn medicatie.

Nazorg thuis

Thuis herstellende na poliklinische behandeling voelt zich daar vaak prettiger dan in het ziekenhuis. Desalniettemin dient ervoor te worden gezorgd dat er thuis hulp beschikbaar is en dat er voldoende herstelperiode in acht wordt genomen. Zelfs als de procedure 'alleen' poliklinisch werd uitgevoerd, mag deze niet 'te licht' worden opgevat. Een poliklinische procedure is niet automatisch een “gemakkelijke” procedure voor de patiënt. Alle vragen of mogelijke zorgen of complicaties dienen onmiddellijk met de behandelende arts te worden besproken.