Paniekstoornis | Agorafobie en claustrofobie

Paniekstoornis

Een paniekstoornis wordt gedefinieerd door het herhaaldelijk voorkomen van paniekaanvallen​ Deze kunnen voorkomen in de context van andere psychiatrische stoornissen of ziekten, maar kunnen zich ook manifesteren als een algemene paniekstoornis. Paniekaanvallen worden gekenmerkt door een plotseling begin van enorme angst.

Dit kan nog verder oplopen tot een individuele piek. De meest voorkomende symptomen die optreden tijdens een paniekaanval zijn, met afnemende kans, de volgende: Tachycardieopvliegers, beklemmend gevoel, beven, duizeligheid en plotseling zweten. De symptomen komen vaak in combinatie voor.

Slechts ongeveer de helft paniekaanvallen gepaard gaan met deze symptomen: kortademigheid, angst voor de dood (angst om te sterven), pijn in de buik, zich zwak voelen ("zwart worden voor de ogen") en ongemak zoals tintelingen. Omdat de symptomen van buitenaf gezien erg dramatisch zijn, wordt in veel gevallen een spoedarts gebeld. Dit is de juiste beslissing, ook al is het vaak niet nodig.

Als leek (en deels ook als deskundige) kun je in eerste instantie niet het verschil zien tussen een paniekaanval en daadwerkelijke lichamelijke klachten. De duur van een paniekaanval varieert meestal van 10 minuten tot een half uur. Hoe lang de voorwaarde eigenlijk duurt individueel kan variëren van patiënt tot patiënt.

Nadat voor het eerst de gruwel van een paniekaanval is ervaren, hebben de getroffenen meestal extra angst om nog een aanval te moeten ondergaan. Deze angst voor angst wordt fobofobie genoemd. Ook hier bestaat het gevaar van sociaal isolement om de confrontatie met de angstwekkende stimulus koste wat het kost te vermijden.

De paniekstoornis speelt een belangrijke rol bij hart- ziekte. Zowel patiënten als familieleden van patiënten (voornamelijk mannen) zijn bang voor hartincidenten. Bij een paniekaanval beginnen de subjectieve (waargenomen door de patiënt) symptomen te verschijnen, maar vanuit medisch oogpunt zijn er geen cardiale symptomen.