Overdracht via speeksel, traanvocht of moedermelk | Overdracht van hepatitis B

Overdracht via speeksel, traanvocht of moedermelk

Zoals in veel andere lichaamssappen, speeksel, traanvocht en moedermelk kan ook besmettelijke virusdeeltjes bevatten. Dit is vooral waarschijnlijk boven een bepaalde concentratie virusdeeltjes in de bloed, maar kan verder in principe niet worden uitgesloten. Deze lichaamssappen dan is er een toegangspoort tot het te infecteren lichaam nodig, die meestal bestaat uit microscopisch kleine scheurtjes of verwondingen in de huid of slijmvliezen. Iedereen die in aanraking is gekomen met de speeksel of andere lichaamssappen van een mogelijk besmette persoon die niet is gevaccineerd, moet overwegen om onmiddellijk een arts te raadplegen.

Overdracht door bloedtransfusie

De bloed bevat meestal de relatief hoogste concentratie virusdeeltjes in het lichaam van een besmette persoon. Neem daarom contact op met de bloed van zo iemand is een belangrijke risicofactor. EEN bloedtransfusie met het bloed of bloedproduct van een hepatitis B-positieve persoon zou dit zeer besmettelijke materiaal zelfs rechtstreeks in het bloed van de andere persoon brengen. Vanwege het hoge risico op infectie tijdens bloedtransfusies, wordt het bloed van de donor aan veel verschillende tests onderworpen. Infectie met hepatitis B via transfusie met bloedproducten is daarom hoogst onwaarschijnlijk.

Waarschijnlijkheid van overdracht

Concrete informatie over de kans op seksuele overdracht is nauwelijks mogelijk. Hiervoor zijn twee hoofdredenen: Ten eerste hangt het voorkomen van virusdeeltjes in seksuele afscheidingen af ​​van het aantal virusdeeltjes in het bloed van de besmette persoon. De hoeveelheid infectieuze deeltjes in lichaamsvloeistoffen varieert sterk, evenals het ziektebeeld dat wordt veroorzaakt.

Een infectie leidt niet noodzakelijk tot acuut symptomatisch hepatitis​ Bovendien is de incidentie van hepatitis B infectie is in Europa uiterst zeldzaam geworden. Overdracht door geslachtsgemeenschap is even ongebruikelijk geworden.

Overdracht via speeksel, traanvocht or moedermelk is een minder frequente kans op infectie. Veel meer infecties worden overgedragen via prikaccidenten en tijdens de bevalling, omdat er direct contact is met infectieus bloed. De route van infectie via het verkrijgen van een bloedproduct is uiterst zeldzaam. Dit komt mede door de grondige testen die het gedoneerde bloed en de donor zelf ondergaan. Bovendien behoren de besmette personen meestal tot bepaalde risicogroepen, die al vóór de bloeddonatie worden uitgesloten door het onderzoeken van bepaalde factoren.