Otosclerose: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek is de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen:

  • Algemeen fysiek onderzoek - Inclusief bloed druk, pols, lichaamsgewicht, lengte.
  • KNO medisch onderzoek - inclusief inspectie van het uitwendige oor en gehoorgang.
    • Otoscopie (ooronderzoek): meestal onopvallend, indien nodig actief roodachtig otosclerose focus (als een zogenaamd Schwartz-teken; hyperemie (toegenomen bloed stroom) van het voorgebergte (anatomische structuur in de trommelholte van de middenoor) kan worden gezien door de trommelvlies.
    • Stemvorktests volgens Weber en Rinne, om onderscheid te maken tussen: Middenoor en perceptief gehoorverlies:
      • Volgens Weber (experiment van Weber): Uitvoering: de voet van een trillende stemvork wordt op de kruin van de patiënt geplaatst. hoofd​ Het geluid wordt via beengeleiding in fase overgebracht naar beide binnenoren. Normaal gehoor: geluid van de stemvork gelijkmatig gehoord in beide oren (in het midden van de hoofd), wordt het geluid niet lateraal gemaakt (lat. latus = zijkant). Eenzijdige of asymmetrische gehoorstoornis: toon van de stemvork hoorbaar aan één kant, het geluid wordt "lateraal" genoemd. [Bewijs van lateralisatie naar de aangedane zijde.]
        • Eenzijdige geluidswaarnemingsstoornis: het geluid wordt luider waargenomen door het beter horende (normale) binnenoor (patiënt lateraliseert naar het gezonde oor).
        • Eenzijdige geluidsgeleidingsstoornis: het geluid is luider te horen in het zieke oor
      • Volgens Rinne (Rinne-experiment): het Rinne-experiment maakt gebruik van de fysiologische eigenschappen van het oor: als de patiënt een normaal gehoor heeft, wordt geluid luider waargenomen via luchtgeleiding dan via beengeleiding vanwege de versterkende eigenschappen van de gehoorbeentjes en trommelvlies​ Een rottende stemvork (stemvorkvoet op het botproces achter de oorschelp), die niet meer te horen is via beengeleiding, is langer hoorbaar via luchtgeleiding (stemvork voor de oorschelp). Procedure: Een trillende stemvork wordt eerst met de stemvorkvoet op het benige proces van de patiënt achter de oorschelp (“mastoid”, lat. Processus mastoideus) geplaatst. Zodra de patiënt een teken geeft dat hij de stemvork niet meer hoort, wordt deze direct voor zijn oorschelp gehouden.
        • Rinne-test positief: de patiënt kan de stemvork nog horen → er is geen verstoring van de geluidsgeleiding, maar een verstoring van het geluidsgevoel is daarmee niet uitgesloten.
        • Rinne-test negatief: de patiënt kan de stemvork niet meer horen → geleidend gehoorverlies (= stoornis in de uiterlijke of middenoor gebied) [Rinne-test is negatief].
        • Als de patiënt aannemelijk verklaart helemaal geen stemvorkgeluid waar te nemen, een uitgesproken perceptief gehoorverlies van beide oren moeten aanwezig zijn.
  • Neurologisch onderzoek - om neurologische aandoeningen uit te sluiten.
  • Gezondheids controle