Oefeningen | Fysiotherapie voor een verschil in beenlengte

Oefeningen

Oefeningen met een been lengteverschillen zijn vooral belangrijk en moeten regelmatig worden uitgevoerd. Bij fysiotherapie kan een compensatie van de schuine positie gedurende korte tijd worden bereikt, maar duurt meestal niet lang. Met een apart trainingsprogramma kan de patiënt zelf aan zijn problemen werken.

Belangrijk hierbij zijn oefeningen voor mobilisatie in het bekkengebied: versterkingsoefeningen moeten worden aangepast aan de corresponderende zwakke spieren. Dienovereenkomstig oefeningen zoals eenzijdige kniebuigingen, been persen kunnen vaker aan één kant en algemene beentraining worden uitgevoerd. Naast de mobilisatie- en versterkingsoefeningen, stretching oefeningen zijn net zo belangrijk.

De achterkant dij spieren (ischiocruciale spieren) moeten zo worden gestrekt dat het bekken niet permanent naar achteren en naar beneden wordt getrokken, wat de statica van het lichaam zou veranderen. Dit spierstelsel kan zijn: Evenzo de voorkant dij spier moet in aanmerking worden genomen in het geval van a been lengteverschil. Als dit niet rekbaar is, trekt het het bekken naar voren en naar beneden.

Oefening voor stretching de voorkant dij spieren: als rekoefening en tegelijkertijd als mobilisatie-oefening plaatst de patiënt de hiel van het aangedane been op de dij van het gezonde been en drukt de dij verder in de beweging van externe rotatieHierdoor kan de heup zich opnieuw centreren en worden de spieren in het billengebied gestrekt.

  • Trek de hiel naar de billen
  1. Zittend op de Pezzi-bal en rond het bekken of voorwaartse en achterwaartse bewegingen
  2. Zittend op een bankje met het bekken naar achteren gericht en ervoor zorgen dat de trek echt uit de bekkenbeweging komt. De oefening moet van tijd tot tijd in zittende positie worden uitgevoerd.
  3. Duw tijdens het liggen de hielen tegen elkaar uit zodat de beweging alleen uit het bekken- / heupgebied komt
  1. In rugligging met het strekken van het gestrekte been
  2. Loop terwijl je staat met je handen naar de grond
  3. Leg het been op een verhoogd platform en loop met de hand naar de voet