Oefeningen voor de LWS | Fysiotherapie voor myelopathie

Oefeningen voor de LWS

De volgende tekst beschrijft oefeningen voor de lumbale wervelkolom, die bedoeld zijn om het rechttrekken van de wervelkolom naar binnen te bevorderen myelopathie. U kunt tijdens de oefening op een stoel gaan zitten. Je twee hielen raken de grond volledig en je benen staan ​​op heupbreedte uit elkaar.

Uw bovenlichaam is en blijft tijdens de inspanning rechtop staan. De nek wordt gestrekt en je kin wordt teruggetrokken naar je nek. Wijs haar borst naar voren en trek haar schouders naar achteren.

Om de lumbale wervelkolom niet in een holte rug te brengen bij het rechtop komen, kantelt u haar bekkenbladen naar achteren door haar bekken naar achteren te rollen. Span dan haar buik aan en houd de spanning vast. Je kunt deze positie 15-20 seconden vasthouden en dit gedurende 3-5 series doen.

Kantel uw bovenlichaam naar achteren om de spanning te verhogen. Zorg er echter voor dat uw bovenlichaam als een rechte plank blijft. Om het rechttrekken te controleren, plaatst u beide handpalmen op uw maag. Uw handen controleren dat uw buik niet langer wordt en dat de spanning wordt verminderd.

Oefeningen voor BWS

Naast de lumbale wervelkolom, de thoracale wervelkolom gebied moet ook worden opgenomen in de oefeningen. Aansterken de thoracale wervelkolom in het geval van myelopathie, u kunt weer gaan zitten. Beide benen staan ​​iets verder uit elkaar en je bovenlichaam staat rechtop.

Laat uw armen losjes hangen en plaats uw handen ontspannen op uw dijen. Omcirkel nu uw schouders naar achteren. Het is belangrijk dat de beweging begint vanaf uw schouders.

De armen blijven los en voeren de beweging niet uit, maar worden met de schouders mee bewogen. Laat je schouders 15-20 keer cirkelen en herhaal dit voor 3-5 series. Tijdens de schouderbewegingen blijft uw bovenlichaam rechtop staan.

U kunt deze oefening ook vergroten. Herhaal gewoon de oefening voor de lumbale wervelkolom, waarbij u uw rechte bovenlichaam naar achteren kantelt. Je bovenlichaam blijft in een rechte lijn staan ​​en je handen kunnen dit weer controleren. Houd deze gekantelde positie vast en laat je schouders dan weer naar achteren cirkelen. Herhaal deze schouderbewegingen in de gekantelde positie van het bovenlichaam 15-20 keer en herhaal dit in 3-5 series.