Niet-medicamenteuze therapie | Therapie van depressie

Niet-medicamenteuze therapie

Het klinische beeld van Depressie kan worden onderverdeeld in milde, matige en ernstige episodes. Een milde depressieve episode vereist gewoonlijk geen medicamenteuze behandeling. In dit geval zijn ondersteunende gesprekken en, indien nodig, verdere procedures zoals lichttherapie voldoende.

Een milde depressieve episode kan in bepaalde gevallen zonder veel hulp van buitenaf weer verdwijnen. Het moet echter nog steeds serieus worden genomen. In de regel matig en ernstig Depressie moet altijd met medicijnen worden behandeld.

Psychotherapie moet ook worden verstrekt. Vooral bij matige en ernstige depressies wordt therapie met zogenaamde antidepressiva sterk aanbevolen. Volgens de huidige stand van kennis is medicamenteuze therapie de behandeling van eerste keuze voor het klinische beeld van Depressie.

In recente jaren, psychotherapie is steeds belangrijker geworden bij de behandeling van depressie. In het bijzonder de zogenaamde "cognitieve gedragstherapie”Biedt in deze context een grote kans op verbetering op de lange termijn. Cognitief gedragstherapie, is de therapie die werkt met zowel de gedachten als het gedrag van de depressieve persoon.

Enerzijds wordt de patiënt gemotiveerd om weer actiever deel te nemen aan het leven. Zo worden er gedetailleerde dagroosters ontwikkeld waarin ervoor wordt gezorgd dat de patiënt naast zijn werkzaamheden in voldoende mate aangename activiteiten plant. Er wordt rekening gehouden met de beperkte veerkracht van de patiënt en de patiënt wordt gemotiveerd om activiteiten die hij of zij in het verleden heeft genoten te hervatten.

De ervaring heeft geleerd dat een toename van de activiteit al leidt tot een aanzienlijke verbetering van de stemming van veel depressieve mensen. Depressie (naast vele andere stoornissen) wordt meestal gekenmerkt door een enorm vervormd 'negatief denken'. Dit 'negatieve denken', dat gebaseerd is op diepe overtuigingen, wordt in therapie met de therapeut in vraag gesteld en de realiteit ervan wordt gecontroleerd.

Op deze manier kan de patiënt erin slagen een meer realistische en dus minder negatieve kijk op zichzelf, zijn situatie en zijn toekomst te ontwikkelen. Als de patiënt eenmaal de depressie heeft overwonnen, moet het onderdeel zijn van de therapie om de patiënt gedragsregels te geven die hem of haar in staat stellen om vroeg en onafhankelijk te handelen wanneer de depressie terugkeert of in moeilijke levenssituaties. Het basisidee van dieptepsychologisch - psychoanalytisch psychotherapie is vooral het verhelderen en oplossen van conflicten.

In theorie kunnen deze conflicten worden verklaard door de vroege ontwikkeling van een egocentrische (narcistische) behoefte. Deze conflicten, die zijn ontstaan ​​in jeugd, zijn vaak niet duidelijk voor de volwassen depressieve. Aan de zijde van de therapeut wordt nu geprobeerd aan deze conflicten te werken en indien nodig de patiënt zijn woede of agressie te laten ervaren. De ernst van de depressie is de belangrijkste factor. Bij ernstige episodes moet de therapie eerder ondersteunend dan onthullend zijn.