Longembolie | Bloedgasanalyse

longembolie

Bij acute pulmonale embolie, een schip in de long wordt verplaatst door a bloed stollen. Een gebrek aan zuurstof in de bloed van de patiënt kan hier worden gedetecteerd. Omdat de patiënt niet langer voldoende zuurstof heeft, ademt hij vaker.

Deze hyperventilatie veroorzaakt echter meestal een daling van de koolstofdioxideconcentratie, die bij elke ademhaling wordt uitgeademd. Bij ongeveer 20% van de patiënten komen deze constellaties echter niet voor; normale partiële zuurstofdrukken worden gevonden in de bloed. Vooral als men slechts een laag hartminuutvolume heeft (bloedvolume getransporteerd door de hart- per minuut), kan het op een normale verdeling in de arteriële blijven bloedgasanalyse.

Als de partiële zuurstofdruk in de arteriële bloedgasanalyse toeneemt, kan dit een indicatie zijn van een verslechterende bloedcirculatiesituatie van de patiënt. In individuele gevallen kunnen dalende waarden ook duiden op een verbetering van de longperfusie. Als bekend is dat de patiënt hart- en vaatziekten heeft, de diagnose pulmonaal embolie kan aanzienlijk moeilijker worden gemaakt.

Over het algemeen een bloedgasanalyse alleen is niet voldoende voor de diagnose van een longaandoening embolie. Klinische symptomen zoals kortademigheid, hartkloppingen, pijn op de borst, enz. en andere diagnostische middelen (ECG, Röntgenstraal thorax, D-dimeer-test, CT- of MR-beeldvorming van de schepen) moet altijd in acht worden genomen.