Lidocaïne-pleistereffecten en bijwerkingen

Producten

Lidocaïne pleisters zijn sinds 1999 en 1995 in veel landen goedgekeurd (Neurodol, Emla + Prilocaine).

Structuur en eigenschappen

Lidocaïne (C14H22N2O Mr = 234.3 g / mol) bestaat als een witte kristallijne stof poeder dat praktisch onoplosbaar is in water. Het is een amide-Type plaatselijke verdoving.

Effecten

Lidocaïne (ATC D04AB01) heeft plaatselijke verdovingmembraanstabiliserende en analgetische eigenschappen. Het blokkeert natrium kanalen in perifere zenuwvezels, waardoor geleiding wordt geremd. Het is effectief in de epidermale en dermale lagen van de huid, en slechts een klein percentage van de dosis wordt opgenomen in de bloedbaan.

Indicaties

  • Voor verlichting van pijn geassocieerd met postherpetische neuralgie (Neurodol).
  • Topische anesthesie van intact huid geassocieerd met kleine ingrepen of chirurgische behandeling van kleine lokale laesies (Emla).

Dosering

Volgens de professionele informatie. De pleister mag alleen op intact worden gebruikt huid.

Contra-indicaties

Lidocaïne is gecontra-indiceerd bij acute overgevoeligheid gordelroos en atopische dermatitis. Zie het medicijnetiket voor volledige voorzorgsmaatregelen.

Interacties

Lidocaïne mag alleen met voorzichtigheid worden gecombineerd met anti-aritmica en CYP3A4-remmers. Echter, vanwege lage plasmaspiegels, drug-drug interacties worden als zeldzaam beschouwd.

Bijwerkingen

Mogelijk bijwerkingen omvatten lokale huidreacties zoals zwelling, roodheid, jeuk en een brandend gevoel. Systemisch bijwerkingen zijn zeldzaam, maar kunnen optreden bij overdosering.