Immunofluorescentie Directe detectie: behandeling, effecten en risico's

Detectie van weefselstructuren, antilichamen en pathogenen door immunolabeling is populair, modern en nauwkeurig. Immunofluorescentie verwijst naar immunolabeling met geprepareerde fluorescentie antilichamen die gemaakt zijn om te gloeien onder UV-licht. Bij directe immunofluorescentiedetectie wordt het testsubstraat direct met luminescerend onderzocht antilichamen, zonder stroomopwaartse primaire antilichamen of kunstmatige antigenen.

Wat is directe immunofluorescentie-detectie?

Tumorspecifieke antigenen in tumorweefsel kunnen direct worden gedetecteerd met immunofluorescentie. Het is dus mogelijk om erachter te komen waar in het lichaam het bestaande is metastasen kwam van. Immunofluorescentie directe detectie is een diagnostische methode gebaseerd op bevindingen in immunologie, immunokleuring en immunohistochemie. De focus ligt hier op het vermogen van antilichamen om te binden aan specifieke plaatsen in weefsel of aan antigenen in een serum. Deze sites zijn epitopen. Bij biochemische diagnostiek zijn er kunstmatige antilichamen of mimetica (enkelvoud: mimetisch) die het labelen van deze antilichaam-antigeen-bindingen door fluorescentie of radioactiviteit mogelijk maken. Conjugaten van kunstmatige antilichamen binden enerzijds aan de epitopen en hebben anderzijds een fluorescerende marker in het geval van immunofluorescentie. Dit is een alternatief voor het gebruik van radioactieve markers. Het speciale kenmerk van directe immunofluorescentie-detecties in vergelijking met indirecte detecties is dat het antilichaam dat zich bindt aan het epitoop van het antigeen in het onderzochte materiaal, tegelijkertijd al het antilichaamconjugaat is met de fluorescerende marker. Extra antilichamen voor interpositie zijn niet nodig voor directe detectie. Bij immunofluorescentie, fluoresceïne, die gloeit onder UV-licht, en fluoresceïne-isothiocyanaat (FITC) worden gebruikt als kleurstoffen om de kunstmatige antilichaamconjugaten te construeren. Voor zover het een beetje ingewikkeld leest, maar directe immunofluorescentie-detecties zijn standaard medische methoden laboratorium diagnostiek voor tal van verschillende medische problemen. Antilichamen die de fluorescerende kleurstof bevatten, zijn klaar voor verkoop beschikbaar.

Functie, effect en doelen

Directe immunofluorescentiedetectoren zijn beschikbaar voor weefselonderzoeken om specifieke structuren in weefsel te kleuren. Maar ze bestaan ​​ook voor enkele cellen. Dat is waar flowcytometrie een grote rol speelt. En tot slot zijn er de immunoassays die bestaan ​​uit vaste en vloeibare fasen. Immunofluorescentiestudies van weefsels zijn vooral belangrijk in de oncologie, dwz de medische behandeling van kanker​ Tumorspecifieke antigenen in tumorweefsel kunnen direct worden gedetecteerd met immunofluorescentie. Deze onderzoeken van weefselmonsters van tumoren zijn vaak belangrijk om te achterhalen waar in het lichaam het bestaande is metastasen afkomstig zijn uit, of ook om een ​​oordeel te vormen over de vraag of een tumor goedaardig of kwaadaardig is. Het onderzoek van individuele cellen met directe immunofluorescentie-detectie wordt gebruikt om virale antigenen, bacteriële antigenen en andere epitopen te vinden. Men leert bijvoorbeeld of de cellen zijn geïnfecteerd door een virus en in welk stadium van de infectiecyclus de cellen zich bevinden. FACS (= Fluorescence-Activated Cell Sorting) is een zeer efficiënte flowcytometriemethode waarbij fluorescent gelabelde cellen worden verdeeld over verschillende reageerbuizen, afhankelijk van het kleuringstype. Deze methode is belangrijk in immunologie, hematologie en infectiologie​ Immunofluorescentie-immunoassays maken directe detectie mogelijk van milieutoxines, genetisch gemodificeerde organismen en bepaalde additieven in voedsel. In deze experimentele opstelling is er altijd een vaste en een vloeibare fase. Talrijk pathogenen, Waaronder 에이즈-veroorzakende HI-virus, kan ook direct worden gedetecteerd. Bij het detecteren van infectieus en autoimmuunziektenis het doel vaak om antilichamen te detecteren in plaats van antigenen. Dit zijn de verdediging moleculen geproduceerd door het lichaam immuunsysteem​ Dergelijke detecties zijn dan geen directe detecties volgens de hier gepresenteerde definitie, aangezien de fluorescerende antilichamen niet rechtstreeks koppelen aan de eigen antigenen van het lichaam, maar aan de antigenen van het testsamenstel. Deze antigenen van de experimentele assemblage koppelen op hun beurt weer aan de endogene antilichamen. Alleen in speciale detectie- en bevestigingstests worden directe immunofluorescentie-detecties gebruikt voor veel voorkomende infecties, bijvoorbeeld door HI virussen en Chlamydia​ Er zijn tests voor veel andere ziekten. In de meeste situaties is indirecte detectie van antilichamen beter voor infectieziekten omdat het lichaam immuunsysteem heeft een ingenieus vermogen om eerdere infecties te onthouden. In andere situaties vullen directe detectie van antigenen en indirecte detectie van antilichamen elkaar aan. De laatste laten zien dat er eerder een infectie heeft plaatsgevonden, terwijl de eerste meer accurate informatie geven over de huidige status van pathogeenactiviteit.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Met immunofluorescentie directe detectie, zoals bij alle medische detectie, zijn er twee risico's: het risico van een vals positief resultaat en het risico van een vals negatief resultaat. Valse positieve resultaten veroorzaken psychisch ongemak en zeer veel leed bij de patiënt. Daarom worden aanvullende testprocedures toegevoegd aan positieve resultaten, vooral wanneer de diagnose leidt tot drastische veranderingen in het leven. Het gevaar van een vals negatief resultaat is dat de patiënt niet op tijd leert over de bedreiging voor zijn eigen resultaat volksgezondheid en misschien zelfs voor de volksgezondheid. Daarom is het goed om veel onderzoek te doen en een groot aantal verschillende immunofluorescentie directe detecties verkoopklaar te maken en aan te bieden. Samen met andere directe en indirecte detectiemethoden van ziekten en pathologieën verhoogt dit de nauwkeurigheid van de diagnose. Directe detecties zijn gebaseerd op het antilichaamconjugaat, dat enerzijds bindt aan de epitopen van de antigenen en anderzijds ook de fluorescentie veroorzaakt. Zo'n product wordt dus maar in één type testprocedure gebruikt en niet voor andere soorten tests. Dit is een belangrijk procedureel verschil met indirecte detectie, waarbij primaire antilichamen stroomopwaarts van de fluorescerende antilichamen worden gebruikt voor epitoopbinding. Het antilichaamconjugaat is dus geschikt voor verschillende testen. Dit procedurele verschil verschilt van het medische verschil tussen indirecte detectie van antilichamen en directe detectie van antigenen.