Hoe besmet te raken | Staphylococcus aureus

Hoe besmet te raken

De bacterie Staphylococcus aureus wordt voor een groot deel overgedragen door uitstrijkjes. Dit vereist dat geïnfecteerde personen of objecten in direct contact komen met een andere persoon. Zo kan een gekoloniseerde deurkruk dienen als drager voor de infectie.

Daarnaast, stafylokokken kan ook via de lucht verdere infecties veroorzaken, maar dit is zeldzaam. Zo kunnen zieke mensen de bacterie door hoesten in de lucht laten ontsnappen en andere mensen besmetten. Vooral in nauw contact met een geïnfecteerde persoon zijn transmissies relatief frequent. Als echter voorzorgsmaatregelen worden genomen, zoals het bewaren van een bepaalde veiligheidsafstand of het dragen van beschermende kleding, zijn verdere infecties zeer zeldzaam. Desalniettemin vormt infectie met Staphylococcus over het algemeen een gevaar, zoals deze bacteriën kunnen weerstanden ontwikkelen waardoor ze erg moeilijk te doden zijn.

Therapie

Een infectie met Staphylococcus aureus wordt niet noodzakelijkerwijs behandeld als het op de huid wordt aangetroffen. De reden hiervoor is dat bij sommige mensen de bacterie binnen de natuurlijke, bacteriële huidflora zit. De bacterie kan zijn pathogene eigenschappen niet ontwikkelen, waardoor de getroffen persoon niet de bijbehorende symptomen vertoont. Als de detectie echter wordt uitgevoerd in een bloed cultuur of als de symptomen compatibel zijn met een stafylokokken infectie, wordt antibiotische therapie gebruikt.

Hiervoor worden verschillende middelen gebruikt, afhankelijk van de soort en de resistentie van de bacteriën voor sommigen antibiotica. Vanwege de aard van hun celwand, Staphylococci, net als alle andere Gram-positieve bacteriën, zijn aanvankelijk gevoelig voor bètalactam antibiotica. Tussen deze antibioticaeen groot aantal Staphylococcus-stammen vertoont nu echter een of meer resistenties tegen deze antibiotica.

Om deze reden, beta-lactam antibiotica worden vaak toegediend in combinatie met een andere werkzame stof. Dit actieve ingrediënt is bedoeld om te voorkomen dat het antibioticum in de bacterie wordt afgebroken. Dit omvat bijvoorbeeld naast beta-lactam antibioticakunnen ook andere actieve ingrediënten met verschillende werkingsmechanismen worden gebruikt.

Deze antibiotica omvatten als er een infectie is met MRSAworden meestal speciale reserve-antibiotica gebruikt, aangezien normale antibiotica meestal niet effectief zijn. Deze worden vaak voor dit doel gebruikt.

  • Methicilline,
  • Penicilline,
  • Carbapenems en
  • Cefalosporines zoals cefuroxim.
  • Clavulaanzuur,
  • Tazobactam en
  • Sulbactam.
  • Clindamycine,
  • Rifampicine,
  • Claritromycine,
  • Azithromycine,
  • Erytromycine of ook
  • Gentamicine.
  • Vancomycine,
  • linezolid,
  • Teicoplanin of
  • Doxycycline